Werbung
10. Einstellmöglichkeiten am
Modellfahrzeug
Nachdem Sie sich mit den Fahreigenschaften des Modells vertraut gemacht haben, besteht die Mög-
lichkeit, die Laufeigenschaften des Modells zu optimieren.
Die Erläuterung der Zusammenhänge zwischen Chassis-Setupeinstellungen und Fahrver-
halten sind jedoch sehr komplex und würden den Rahmen dieser Anleitung sprengen.
Aus diesem Grund können hier nur die zur Verfügung stehenden Einstellmöglichkeiten aufgezeigt wer-
den. Für weitere Informationen müssen wir Sie an einschlägige Fachzeitschriften sowie auf die umfang-
reichen Fachbücher zu diesem Thema verweisen.
a) Sturz
Die oberen Querlenker (A) erlauben das Einstellen des Rad-
sturzes.
Der Radsturz bezeichnet die Neigung der Radebene gegen-
über der Senkrechten.
Negativer Sturz (Radoberkanten zeigen nach innen) an den
Vorderrädern erhöht die Seitenführungskräfte der Räder
bei Kurvenfahrten, die Lenkung spricht direkter an, die
Lenkkräfte werden geringer.
Gleichzeitig wird das Rad in Achsrichtung auf den Achs-
schenkel gedrückt. Damit wird axiales Lagerspiel ausge-
schaltet, das Fahrverhalten wird ruhiger.
Negativer Sturz an den Hinterrädern vermindert die Nei-
gung des Fahrzeughecks, in Kurven auszubrechen. Durch
die Einstellung eines negativen Sturzes erhöht sich der
Verschleiß an den Reifeninnenseiten.
Negativer Sturz
18
A
Positiver Sturz
6. Voorschriften voor batterijen en
Accu´s
• Houd batterijen/accu´s buiten het bereik van kinderen!
• U mag batterijen/accu´s niet zomaar laten rondslingeren wegens het gevaar dat kinderen of
huisdieren ze inslikken. In een dergelijk geval moet u direct een geneesheer of een dierenarts
consulteren!
• U mag batterijen/accu´s nooit kortsluiten, demonteren of in het vuur werpen. Explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde batterijen/accu´s kunnen bij contact met de huid verwondingen
veroorzaken. Draag in zo´n geval steeds beschermende handschoenen.
• Gewone batterijen mogen niet opgeladen worden. Brand- en explosiegevaar! U mag enkel accu´s
opladen die hiervoor geschikt zijn. Gebruik enkel geschikte opladers.
• Let bij het plaatsen van de batterijen/accu´s en bij de aansluiting van de rij-accu op de juiste polariteit
(plus/+ en min/-).
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (b.v. als u het opbergt), moet u de batterijen (of accu´s)
uit de afstandsbediening nemen om beschadigingen door lekkende batterijen/accu´s te voorkomen.
Koppel de rij-accu los van de rijregelaar.
Laad de accu´s ongeveer om de 3 maanden op daar anders door de zelfontlading de zogeheten
diepontlading kan optreden waardoor de accu´s onbruikbaar zullen worden.
• Vervang steeds de volledige set batterijen of accu´s. U mag geen volle en halfvolle batterijen of
accu´s door elkaar gebruiken. Gebruik steeds batterijen of accu´s van hetzelfde type en dezelfde
fabrikant.
• U mag nooit batterijen en accu´s door elkaar gebruiken! Gebruik voor de afstandsbediening (zender)
ofwel batterijen ofwel accu´s.
De afstandsbediening kan zowel met accu´s als batterijen gebruikt worden.
Door de lagere capaciteit en lagere spanning van accu´s (accu = 1,2V, batterij = 1,5V) zal
het product wel een kleinere bedrijfsduur hebben. Dit speelt normaal gezien geen rol daar
de bedrijfsduur van de zender veel hoger is dan die van de rij-accu.
Als u batterijen voor de afstandsbediening gebruikt, raden wij aan om hoogwaardige
alkaline batterijen te gebruiken.
Bij het gebruik van accu´s kan het zijn dat de reikwijdte kleiner is.
79
Werbung
Kapitel
Fehlerbehebung
