Herunterladen Diese Seite drucken

C) Ladegerät - Reely Streetracer Bedienungsanleitung

1:18 touringcar

Werbung

b) Sporing
De sporing duidt de positie van de wielen t.o.v. de rijrichting aan.
Tijdens het rijden worden de wielen door de rolweerstand vooraan uit elkaar gedrukt en staan daarom
niet meer exact parallel.
Ter compensatie kunnen de wielen van het stilstaand voertuig zo ingesteld worden dat ze vooraan
(voor- en achteras, telkens in de rijrichting) lichtjes naar binnen wijzen.
Dit toespoor zorgt tegelijkertijd voor een betere zijdelingse geleiding van de band en zodoende voor
een directere reactie van de besturing. Als u een zachtere reactie van de besturing wenst, kan dit via de
instelling van een uitspoor bereikt worden, d.w.z. de wielen van het stilstaand voertuig wijzen naar
buiten.
Aan de vooras gebeurt de instelling met behulp van de onderste draadstang tussen de wielen. Aan de
achteras is er aan elke kant onderaan een instelbare spoorstang.
Toespoor
Stelschroeven naar voren draaien verkort het spoorstangdeel, het wiel wordt door
de spoorstangarm achteraan naar binnen getrokken.
De instelling van een toespoor zorgt ervoor dat de binnenkanten van de banden
sneller slijten.
Het toespoor mag niet meer dan 4° zijn.
Uitspoor
Stelschroeven naar achteren draaien verlengt het spoorstangdeel, het wiel wordt
door de spoorstangarm achteraan naar buiten gedrukt.
De instelling van een uitspoor zorgt ervoor dat de buitenkanten van de banden
sneller slijten.
c) Schokdempers
De
schokdempers
kunnen
aan
verschillende
montagepunten gemonteerd worden.
Voor de verstelling van de veren kunt u sluitringen
gebruiken die de veerspanning verhogen en de veerweg
inperken. In de rechter afbeelding ziet u een sluitring aan
het bovenste einde van de veer.
88
A
• Bei schwachen Batterien (bzw. Akkus) in der Fernsteuerung nimmt die Reichweite ab. Wird der Fahr-
akku schwach, wird das Fahrzeug langsamer bzw. es reagiert nicht mehr korrekt auf die Fernsteue-
rung.
In diesem Fall beenden Sie den Fahrbetrieb sofort. Tauschen Sie danach die Batterien gegen neue
aus bzw. laden die Akkus wieder auf.
• Sowohl Motor und Antrieb als auch der Fahrtregler und der Fahrakku des Fahrzeugs erhitzen sich
bei Betrieb. Machen Sie aus diesem Grund zwischen jedem Akkuwechsel bzw. Aufladevorgang eine
Pause von 5-10 Minuten.
Fassen Sie den Motor und den Fahrtregler nicht an, bis diese abgekühlt sind. Verbrennungsgefahr!
c) Ladegerät
Es ist kein Ladegerät im Lieferumfang enthalten.
Verwenden Sie zum Aufladen des 6V-Fahrakkus nur dafür geeignete Ladegeräte. Es ist ein Ladegerät
erforderlich, das für einen NiMH-Fahrakku mit 5 Zellen (6V) geeignet ist und das über den passenden
Stecker verfügt (ggf. Adapter verwenden).
Der mitgelieferte 6V-Fahrakku ist schnellladefähig. Alternativ ist der Ladestrom so zu wählen, dass die
Ladedauer etwa bei 3 Stunden (400mA) bis 4 Stunden (300mA) liegt.
Bei Best.-Nr. 231593 ist kein 6V-Fahrakku im Lieferumfang, er muss getrennt bestellt wer-
den.
Prinzipbedingt ist mehr Energie in einen Akku hineinzuladen, als später entnommen werden kann.
Beachten Sie die Sicherheitshinweise des Herstellers des Ladegeräts!
9

Werbung

Kapitel

loading