Menuoptie
Instelbereik: functiebeschrijving
Dekvloerdrog
Ja | Nee: instelling of het drogen afwerkvloer
en cv-circ.1 ...
in de gekozen cv-groep actief/niet actief is.
Dekvloerdrog
en cv-circ.4
Starten
Ja: afwerkvloer drogen nu starten.
Nee: afwerkvloer drogen nog niet gestart of
beëindigd.
Onderbreken Ja | Nee: instelling of drogen afwerkvloer
tijdelijk gestopt moet worden. Wanneer de
maximale onderbrekingsduur wordt
overschreden verschijnt een
storingsmelding.
Verder
Ja | Nee: instelling of drogen afwerkvloer
voortgezet moet worden, nadat het drogen
afwerkvloer gestopt werd.
Tabel 9
Instellingen in het menu Drogen dekvloer
6.2
Instellingen voor warm water
Thermische desinfectie
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar!
Bij de thermische desinfectie wordt het warmwater tot boven
60 °C opgewarmd.
▶ Voer de thermische desinfectie alleen buiten de normale
bedrijfstijden uit.
▶ Informeer alle betrokkenen en waarborg dat een mengmo-
dule is geïnstalleerd.
Voer de thermische desinfectie regelmatig uit om ziektever-
wekkers te doden (bijvoorbeeld legionella). Voor grotere
warmwatersystemen kunnen wettelijke eisen voor de thermi-
sche desinfectie bestaan. Houd de instructies in de technische
documenten van de warmtebron aan.
•
Ja:
– Het gehele warmwatervolume wordt eenmaal tot de in-
gestelde temperatuur opgewarmd, afhankelijk van de
instelling dagelijks of wekelijks.
– De thermische desinfectie start automatisch op het in-
gestelde tijdstip volgens de in de bedieningsunit inge-
stelde tijd. Wanneer een zonnesysteem is
geïnstalleerd, moet voor het activeren van de thermi-
sche desinfectie de betreffende functie worden geacti-
veerd (zie installatie-instructie zonnemodule).
– Afbreken en handmatig starten van de thermische des-
infectie is mogelijk.
Logamatic RC310 – 6721891848 (2024/10)
•
NeeDe thermische desinfectie wordt niet uitgevoerd.
Handmatig starten van de thermische desinfectie is moge-
lijk.
6.3
Instellingen voor zonnesystemen
Wanneer in de installatie een zonnesysteem via een module is
opgenomen, zijn de bijbehorende menu's en menupunten be-
schikbaar. De uitbreiding van de menu's door het zonnesy-
steem is in de instructie van de gebruikte module beschreven.
In het menu Zonne-instellingen zijn bij alle zonnesystemen
de in tab. 10 genoemde submenu's beschikbaar.
OPMERKING
Schade aan de installatie!
▶ Zonnesysteem voor de inbedrijfname vullen en ontluchten.
Menupunt
Doel van het menu
Zonnesyst.
Wanneer hier Ja is ingesteld, worden de
geïnstalleerd
andere instellingen getoond.
Zonneconfigur
Grafische configuratie van het zonnesysteem
atie
veranderen
Actuele
Grafische weergave van het geconfigureerde
zonneconfigur
zonnesysteem
atie
Zonneparame
Instellingen voor het geïnstalleerde
ter
zonnesysteem
Zonnesystee
Nadat alle benodigde parameters zijn
m starten
ingesteld en het zonnesysteem is gevuld, kan
het zonnesysteem in bedrijf worden
genomen.
Tabel 10 Algemene instellingen voor het zonnesysteem
6.4
Instellingen voor andere systemen of toestel-
len
Wanneer er in de installatie bepaalde andere systemen of toe-
stellen geïnstalleerd zijn, zijn er bijkomende menupunten be-
schikbaar. Afhankelijk van het toegepaste systeem of apparaat
en de daaraan gekoppelde modules of bestanddelen kunnen
verschillende instellingen worden uitgevoerd. Neem de bijko-
mende informatie over de instellingen en functies in de techni-
sche documentatie over het desbetreffende systeem of toestel
in acht.
De volgende bijkomende systemen en menupunten zijn moge-
lijk:
•
Alternatieve warmtebron: menu Inst. altern. warmtebron
•
Uitbreidingsmodule: menu Inst. uitbr.mod.
•
Hybride systemen: menu Instellingen hybride
Servicemenu
6
151