Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
• Haal de rij-accu uit het model om deze op te laden. Koppel de rij-accu volledig los van de rijregelaar en
de auto.
• Zet de oplader en de rij-accu op een hittebestendige, niet-brandbare ondergrond.
• De oplader en de rij-accu worden warm tijdens het opladen. Houd daarom voldoende afstand tussen de
oplader en de rij-accu; leg de rij-accu nooit op de oplader. Dek de oplader en de rij-accu nooit af. Stel de
oplader en de rij-accu niet bloot aan hoge of lage temperaturen, direct zonlicht of vochtigheid.
• Laad accu's nooit onbeheerd op.
• Laad accu's regelmatig op (ongeveer elke 2 à 3 maanden), omdat de accu's zich anders door zelfontla-
ding te diep ontladen. Daardoor worden de accu's onbruikbaar!
NiMH-accu's (behalve speciale typen met geringe zelfontlading) verliezen hun energie al binnen enkele
weken.
Lithium-accu's behouden hun energie normaal gesproken gedurende meerdere maanden, maar worden
door een diepontlading permanent beschadigd en kunnen niet meer worden gebruikt.
• Lithium-accu's mogen niet gedurende langere tijd volledig opgeladen worden opgeslagen, maar alleen
met ca. 50-70% van de beschikbare capaciteit (raadpleeg indien aanwezig de aanvullende informatie
van de accufabrikant).
• Gebruik nooit een te hoge laadstroom; raadpleeg de informatie van de fabrikant over de ideale en
maximale laadstroom. De meegeleverde oplader is zo goed mogelijk afgestemd op de lithium-rij-accu.
• Verwijder de rij-accu uit de oplader als deze volledig is opgeladen.
b) Zender
• Bij gebruik van oplaadbare batterijen in de zender neemt de bedrijfstijd door de lagere spanning aan-
zienlijk af (normale nominale spanning = 1,5 V, oplaadbare batterij = 1,2 V).
Als u toch oplaadbare batterijen wilt gebruiken, adviseren we het gebruik van NiMH-batterijen met een
lage zelfontlading. Om veiligheidsredenen is het echter aan te raden om niet-oplaadbare batterijen te
gebruiken.
• Gebruik nooit oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen door elkaar.
• Vervang in de zender altijd alle batterijen tegelijk.
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (bijv. als u het opbergt), moet u de batterijen uit de zender
halen om beschadigingen door lekkende batterijen te voorkomen.
c) Auto
• Gebruik voor de auto alleen de meegeleverde Li-ion-rij-accu (nominale spanning 7,4 V) of een identieke
reserve-accu. Plaats nooit een andere accu of batterijen in de auto.
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (bijv. als u het opbergt), haal dan de rij-accu uit de auto om
beschadigingen door een lekkende accu te voorkomen. Koppel de rij-accu volledig los van de rijregelaar
en de auto.
• Laad de meegeleverde rij-accu alleen op met de meegeleverde oplader. Gebruik nooit een ander opla-
der. Dit kan brand of een explosie van de rij-accu veroorzaken.
108
Werbung
