Herunterladen Diese Seite drucken

Ferroli EGEA TECH 200 LT Anleitung Für Betrieb, Installation Und Wartung Seite 415

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 330
EGEA TECH
Als de fotovoltaïsche functie actief is (P01 ingesteld op 1), wor-
den de warmtepomp en de elektrische weerstand gelijktijdig
geactiveerd tot het setpoint dat voor deze modus is ingesteld,
wordt bereikt. Het instelpunt wordt bepaald door de parameter
PV-offset (parameter P02) die bepaalt met hoeveel het stan-
daard instelpunt moet worden verhoogd met actieve fotovol-
taïsche cellen.
Als de offset bijvoorbeeld gelijk is aan 20°C en het instelpunt
= 50°C, is het instelpunt 50+20=70°C. In ieder geval is stan-
daard het maximale instelpunt 75°C, dus als offset=30°C en
instelpunt=50°C is het fotovoltaïsche instelpunt niet 50+30=80
maar 75°C.
Wanneer de FOTOVOLTAÏSCH-functie is ingeschakeld, ver-
schijnt het symbool
op het display volgens de volgende
logica:
Gedrag
Beschrijving
PHOTOVOLTAIC ingescha-
aan met
keld met digitale ingang open
constant licht
FOTOVOLTAÏSCH inge-
knippe-
schakeld met digitale ingang
rend licht
gesloten
3.9.11 SG MENU - Smart Grid- functionaliteit (zie ook "8.9.1
Externe verbindingen")
De boiler is ontworpen om te worden geïntegreerd met een
intelligent elektriciteitsnetwerk (SMART GRID), waardoor het
efficiënt wordt beheerd. De elektronica van de unit biedt in feite
twee digitale ingangen voor het beheer van deze functie en
bepaalt, afhankelijk van hun toestand, hoe de boiler moet wer-
ken, waarbij vier mogelijke bedrijfstoestanden worden onder-
scheiden:
Bedrijfstoestand 1: in deze bedrijfstoestand wordt de unit
in de STAND-BY-modus gezet en kan de duur maximaal
2 uur achtereen maximaal drie keer per dag zijn. Als deze
voorwaarden niet worden gerespecteerd, zal de elektroni-
ca de bedrijfstoestand wijzigen en naar bedrijfstoestand 2
brengen.
Bedrijfstoestand 2: in deze toestand werkt de unit in de
ECO-modus om maximale efficiëntie te verkrijgen.
Bedrijfstoestand 3: U komt in deze toestand wanneer u
de mogelijkheid heeft om te profiteren van wat overtolli-
ge energie. In deze toestand is de unit in feite gemaakt
om in de BOOSTER-modus te werken door het instelpunt
te verhogen met een vooraf ingestelde waarde (offset) tot
een maximum van 75 °C. In deze modus zal de boiler een
SWW-opslagtemperatuur bereiken die gelijk is aan de eer-
der ingestelde waarde van het instelpunt, plus een offset
(gedefinieerd door parameter G02). Als de offset bijvoorbe-
eld gelijk is aan 20°C en het instelpunt = 50°C, is het instel-
punt 50+20=70°C. In ieder geval is standaard het maxima-
le instelpunt 75°C, dus als offset=30°C en instelpunt=50°C
200 LT - 260 LT -200 LT-S - 260 LT-S
Actieve modus
Het apparaat blijft werken in de door
de gebruiker ingestelde modus
De unit wordt in de BOOSTER-status
gezet en het setpoint wordt verhoogd
met een offset (het setpoint mag in
geen geval hoger zijn dan 75°C)
code 3540000410 - Rev. 03 - 09/2023
is het instelpunt niet 50+30=80 maar 75°C.
Bedrijfstoestand 4: wanneer er veel overtollige energie
is, zal de elektronica het moment gebruiken om de boiler
in BOOSTER-modus te laten werken met een vast setpoint
van 75°C (max setpoint).
Om de parameters in te stellen is het noodzakelijk om toegang
te krijgen tot het SG-menu, door op de "SET"
drukken, verschijnen de waarden "G01" en "G02".
Waarde
Beschrijving
Smart Grid -functie inschakelen
G01
(0=uitgeschakeld, 1=ingeschakeld)
G02
Setpoint- offset voor bedrijfstoestand 3
Niveau: U=gebruikersmenu - I=installateursmenu
OPMERKING: voor een CASCADE-systeem moet parame-
ter G01 alleen op de MASTER worden ingesteld.
Door nogmaals op de toets "SET"
rameter die moet worden gewijzigd, kan de waarde er-
van worden gewijzigd met behulp van de toetsen "+" en "-".
Druk vervolgens op de toets "SET"
pieptoon bevestigt de wijziging) en op de toets "ON/OFF"
om het menu te verlaten.
Als parameter G01=1 is ingesteld (smartgrid ingeschakeld), zijn de
EVU- en fotovoltaïsche functies niet beschikbaar. Om ze in te scha-
kelen, stelt u parameter G01=0 (smartgrid niet ingeschakeld in).
Om de Smart Grid-functie in te schakelen, selecteert u de G01-
waarde en drukt u opnieuw op de "SET"-toets
verschijnt.
Om de modus te activeren, gebruikt u de toetsen "+" en "-" om de
waarde op "1" te brengen.
Wanneer G01=1 is ingesteld, werkt de boiler alleen in de SMART
GRID-modus.
Wanneer de SMART GRID-functie is ingeschakeld, verschijnt
het symbool
op het display volgens de volgende logica:
Gedrag
aan met constant licht
knipperend licht
3.9.12 Sol
Zonnethermische parameters
MENU -
Om de parameters in te stellen is het noodzakelijk om toegang
te krijgen tot het SoL- menu , door op de "SET"
drukken, verschijnen de waarden van "L01" tot "L06".
Waarde
Beschrijving
Zonnethermische functie inschakelen
L01
(0=uitgeschakeld, 1=ingeschakeld)
HP maximale bedrijfstemperatuur met
L02
zonnefunctie actief
L03
Zonnepaneel circulatie AAN tijd
UIT-tijd van de circulatiepomp van het
L04
zonnepaneel
-toets te
Maateen-
stan-
min
max
heid
daard
-
0
0
1
°C
10
0
40
te drukken op de pa-
om te bevestigen (een
, de waarde "0"
Beschrijving
SMART GRID ingeschakeld en unit in operatio-
nele staat geplaatst 2
SMART GRID ingeschakeld en unit in een
andere operationele status geplaatst dan 2
Maateen-
stan-
min
max
heid
daard
-
0
0
1
°C
40
40
90
min
5
1
60
min
5
0
60
NL
Niveau
I
I
-toets te
Niveau
I
I
I
I
415

Werbung

loading