STAP 1. Camera's aansluiten
Sluit de camera's aan op de video-ingangen VID1 tot VID4. Gebruik de
onderste rij connectoren om de toestellen in een kringloop te schakelen.
Opmerking: vergeet niet de afsluitweerstanden te verwijderen bij het gebruik
van de doorlusverbindingen.
STAP 2. Monitoren aansluiten
Sluit de video-uitgang MON A aan op de hoofdmonitor (digitaal afspelen en
multischermweergave).
Sluit de video-uitgang MON B aan op de optionele spotmonitor (analoge,
schermvullende beelden).
STAP 3. Sluit de externe apparaten aan
Als externe apparaten moeten worden aangesloten op de D4, ga dan naar het
volgende deel – 'Externe apparaten aansluiten', voor u stap 4 uitvoert.
STAP 4. Stroom aansluiten
Eens de D4 op zijn definitieve plaats staat en alle externe apparaten zijn
aangesloten en stroom krijgen, kan u de PSU aansluiten op de achterkant van
het toestel en de stroom inschakelen. De startprocedure kan tot een minuut
duren voor de D4 kan worden gebruikt.
Zonder verdere programmering zal de D4 nu alle
camera's opnemen!
6
Externe apparaten aansluiten
De D4 gebruikt een 485-bus netwerk om Dedicated Micros producten en
toebehoren te connecteren. Archiveringsapparaten kan men connecteren via
de SCSI poort. Apparaten die men kan aansluiten op de D4 zijn:
•
Telemetriecamera's
•
Archiverings apparaten
•
Alarmen en relais
•
Extern toetsenbord voor variabele snelheidscontrole
•
Audio apparaten
•
Ethernet netwerken
•
Oproep apparaten
Als U geen van bovenvermelde apparaten moet aansluiten op de D4, kan U
naar pagina 12 gaan 'Configureren van de D4'.
Aansluiten van telemetriecamera's
De D4 ondersteunt seriële telemetrie, de merknaam van de telemetrie moet
ingesteld worden in het 'System Options' menu.
Seriële telemetrie
De D4 ondersteunt momenteel een reeks van domes op basis van seriële
telemetrie.
Seriële telemetrie vereist een twisted-pair verbinding tussen de seriële poort
van de D4 en de dome. Seriële telemetrie kan in ster geconfigureerd worden –
vanaf de D4 seriële poort naar elke ontvanger, of in driehoek geconfigureerd
worden – ontvangers onderling serieel verbonden, of een combinatie van de
beide.
Elke ontvanger moet geadresseerd worden volgens zijn cameranummer –
raadpleeg de documentatie van uw ontvanger voor meer details. De besturing
van de telemetrie-apparatuur gebeurt via een extern toetsenbord aangesloten
op de D4 (DM/KBS3).