Laat het laadstation niet zonder toe-
–
zicht als de installatieafdekking is ge-
opend.
Neem eventuele aanmeldingen bij de
–
netbeheerder in acht.
2.5
Veiligheidsaanwijzingen
voor de inbedrijfname
De inbedrijfname van het laadstation
–
mag uitsluitend door een elektricien
worden uitgevoerd.
De correcte aansluiting van het laad-
–
station moet vóór de inbedrijfname
door de elektricien worden gecontro-
leerd.
Sluit bij de eerste inbedrijfname van
–
het laadstation nog geen voertuig
aan.
Controleer de laadkabel, laadkoppe-
–
ling en het laadstation vóór de inbe-
drijfname van het laadstation op opti-
sche beschadigingen. Het is niet toe-
gestaan om een beschadigd laadstati-
on of een laadstation met beschadig-
de laadkabel/laadkoppeling in gebruik
te nemen.
3
Apparaatbeschrijving
Zie daarvoor ook Afb. 1
5110326C_OI-II_Webasto Live
Bij het in deze bedienings- en installatie-
handleiding beschreven laadstation gaat het
om de Webasto Live. De precieze apparaat-
beschrijving is op het typeplaatje van het
laadstation vermeld.
3.1
Aansluitbeschrijving data-
interfaces
Zie daarvoor ook Afb. 2
Legenda
USB-A
Modbus (RS 485) external
Micro-simslot
RJ 45 (LAN)
USB-B
Bij geopend deksel bevinden zich aan de lin-
kerkant in het aansluitgedeelte de data-in-
terfaces. Dit gedeelte is gescheiden van het
energie-aansluitgedeelte.
3.1.1 USB type A
Aansluiting in de host-modus voor USB-stick
voor software- of configuratie-update. Deze
aansluiting ondersteunt de externe 5V-voe-
ding tot maximaal 100 mA
3.1.2 Modbus
Voor het uitgebreide Power Management
kan de dataverbinding met een bovenge-
schikte energiemeter tot stand worden ge-
bracht. (zie online configuratiehandleiding:
https://webasto-charging.com/
documentation)
3.1.3 Simkaartslot voor modem
Als een wisseling van gsm-provider nodig is,
kan de simkaart er bij het simkaartslot uit
worden gehaald (pull out, geen automati-
sche uitwerping door een veer) en kan een
alternatieve simkaart worden geplaatst.
Voorwaarden voor het plaatsen van een
simkaart:
Vormfactor 3FF (micro-sim)
–
Service M2M zonder PIN, provider vrijge-
–
schakeld
3.1.4 LAN
Aansluiting van het laadstation op de net-
werkinfrastructuur op de plaats van opstel-
ling. Via deze aansluiting kan het laadstati-
on geconfigureerd en bestuurd worden
(voorwaarde: verbinding met de backend of
met het lokale power-management-sys-
teem). Een netwerkkabel van de categorie
5e of hoger wordt aanbevolen.
3.1.5 USB type B
Aansluiting in de slave-modus voor de USB-
verbinding met een computer voor de confi-
guratie. Bij aansluiting op een computer
functioneert deze USB-aansluiting als een
netwerkinterface, waarmee de webconfigu-
ratie-interface kan worden opgeroepen.
NL
53