Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Veiligheidsaanwijzingen Voor De Elektrische Aansluiting; Veiligheidsaanwijzingen Voor De Inbedrijfname - Webasto Pure Einbauanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Pure:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Installeer het laadstation niet in een
explosieve omgeving (Ex-zone).
Installeer het laadstation dusdanig
dat de laadkabel geen doorgang
blokkeert.
Installeer het laadstation niet in om-
gevingen met ammoniak of ammoni-
akhoudende lucht.
Monteer het laadstation niet op een
plek waar het kan worden bescha-
digd door vallende voorwerpen (bijv.
kabeltrommels of banden).
Het laadstation is geschikt voor het
gebruik in binnenruimtes, bijvoor-
beeld garages, en voor het gebruik in
beschermde buitenruimtes, bijvoor-
beeld carports. Installeer het laadsta-
tion niet in de buurt van installaties
die water sproeien, bijvoorbeeld au-
towasstraten, hogedrukreinigers of
tuinslangen.
Bescherm het laadstation tegen direc-
te regen om te voorkomen dat het
beschadigd wordt door bevriezing,
hagel e.d.
Bescherm het laadstation tegen direct
zonlicht. Door te hoge temperaturen
kan de laadstroom worden vermin-
5110159D Webasto Pure
derd en onder bepaalde omstandig-
heden kan het laadproces worden af-
gebroken.
Stel het laadstation zodanig op dat
wordt voorkomen dat voertuigen er
onbedoeld tegenaan rijden en het be-
schadigen. Als beschadigingen niet
kunnen worden uitgesloten, moeten
er beschermende maatregelen wor-
den getroffen.
Als het laadstation tijdens de installa-
tie beschadigt raakt, moet het buiten
bedrijf worden gesteld. Het moet
worden vervangen.
2.4
Veiligheidsaanwijzingen
voor de elektrische
aansluiting
U dient rekening te houden met de
nationale wettelijke eisen die worden
gesteld aan elektrische installaties,
brandbeveiliging, veiligheidsbepalin-
gen en vluchtwegen op de geplande
installatielocatie. Neem de telkens
geldende, nationale installatievoor-
schriften in acht.
Elk laadstation moet door een eigen
aardlekschakelaar en installatieauto-
maat in de aansluitinstallatie worden
beschermd. Zie "Eisen aan de installa-
tielocatie op pagina 67".
Zorg ervoor dat de elektrische aan-
sluitingen spanningsvrij zijn voordat
het laadstation op de elektriciteit
wordt aangesloten.
Sluit bij de eerste inbedrijfname van
het laadstation nog geen voertuig
aan.
Zorg ervoor dat de juiste aansluitka-
bel voor de aansluiting op het elektri-
citeitsnet wordt gebruikt.
Laat het laadstation niet zonder toe-
zicht als de installatieafdekking is ge-
opend.
Installeer het laadstation niet zonder
installatieframe.
Wijzig de instelling van de DIP-scha-
kelaars alleen als het apparaat is uit-
geschakeld.
Neem eventuele aanmeldingen bij de
netbeheerder in acht.
2.5
Veiligheidsaanwijzingen
voor de inbedrijfname
De inbedrijfname van het laadstation
mag uitsluitend door een elektricien
worden uitgevoerd.
De correcte aansluiting van het laad-
station moet vóór de inbedrijfname
door de elektricien worden gecontro-
leerd.
NL
63

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis