q
w
26
z
c
x
v
b
n
e
q
w
e
r
t
Naaien met tweelingnaald
Machine-instellingen
q Patroon:
26 (voorbeeld)
w Persvoet:
satijnsteekvoet F
e Draadspanning: AUTO
N.B.
* Wanneer u patronen naait met de tweelingnaald, drukt u op de
tweelingnaaldknop
met naaien.
* Gebruik zigzagvoet A of satijnsteekvoet F om te naaien met de
tweelingnaald.
* Zet de machine uit voordat u de naald verwisselt.
* Gebruik nr. 60 of fijner draad als u naait met de tweelingnaald.
Gebruik de extra garenpen en de garenschotel.
Zet de aan/uitschakelaar aan en druk op de tweelingnaaldknop
.
Selecteer een patroon en begin met naaien.
* De steekbreedte is beperkt tot maximaal 3 mm.
q Garenklos
w Extra garenpen
e Vilt
r Garenschotel
t Gat voor extra garenpen
Machine inrijgen voor tweelingnaald
Plaats twee draadklossen op de garenschotel.
Trek beide draden uit de klossen en rijg de draden door de
punten van z – n.
Zorg dat de twee draden niet met elkaar verward raken.
Schuif een van de draden door de draadgeleider op de
naaldstang links en de andere draad rechts.
Rijg de naalden handmatig in van voren naar achteren.
N.B.
Inrijgen van punt z – v gaat op dezelfde manier als voor een
enkele naald.
De automatische naaldinrijger kan niet worden gebruikt voor de
tweelingnaald.
NOTE:
If you select a pattern not suitable for twin needle sewing,
the LCD screen will show a warning message.
130
en test u de steken voordat u begint