q
w
t
y
u
e
r
i
144
Programma bewerken
Uniforme steekafstelling (alleen Mode 2 en Mode 3).
De steekbreedte en -lengte van de geprogrammeerde patronen
kunnen uniform worden gewijzigd.
Voorbeeld 1: de steekbreedte wijzigen van geprogrammeerd
patroon 27 en het spiegelbeeld ervan (Mode 3).
z Verplaats de cursor naar de rechterkant van het laatst
geprogrammeerde patroon q.
x Druk op de aanpassingsknop voor steekbreedte om de
steekbreedte te wijzigen w.
N.B.
De steeklengte kan ook uniform worden gewijzigd wanneer
patronen van dezelfde categorie (satijnsteken of stretchsteken)
zijn geprogrammeerd.
Begin met naaien. De geprogrammeerde patronen worden
genaaid met de uniforme breedte.
e Standaardbreedte (7,0)
r Uniform gewijzigde breedte (5,0)
Als u de steeklengte of -breedte wilt wijzigen na het naaien van
de geprogrammeerde patronen, drukt u op de bewerkknop en
volgt u stap z en x hierboven.
Gelijkgeschakelde naaldstand
De naaldstand van de geprogrammeerde patronen varieert,
afhankelijk van de combinatie:
t Links wanneer patronen worden gecombineerd met
de linkernaaldstand en de middelste naaldstand.
y Rechts wanneer patronen worden gecombineerd met
de rechternaaldstand en de middelste naaldstand.
u Midden wanneer patronen worden gecombineerd met
de linkernaaldstand en de rechternaaldstand.
i Midden wanneer patronen worden gecombineerd met
de linkernaaldstand, rechternaaldstand en middelste
naaldstand.