Bediening Op Hellingen - Textron Jacobsen Tri-King Sicherheits-, Betriebs- Und Wartungshandbuch

6 OPERATIONELE WERKING
6.7

BEDIENING OP HELLINGEN ________________________________________________

!
WAARSCHUWING
Om de kans op kantelen te minimaliseren, wordt de
veiligste methode tijdens het werken op hellingen en
terrasvormig terrein vertegenwoordigd door op en neer
rijden (verticaal) en niet in de dwarsrichting (horizontaal).
Vermijd onnodig draaien, rijd met lage snelheid en blijf
goed letten op verborgen gevaren.
!
VOORZICHTIG
Werk niet met deze maaier op hellingen steiler dan 19°,
34%.
De tractor is ontworpen
maaiomstandigheden goede
demonstreren. Tijdens het werken op hellingen, met name
ruw terrein, of wanneer het gras nat is, dient grote
voorzichtigheid in acht te worden genomen. Nat gras
vermindert de tractie en de besturingscontrole.
1. Als de tractor de neiging heeft om de glijden of als de
banden het gras
manoeuvreer de tractor dan naar een minder steile
positie totdat de
bandensporen verdwijnen.
2. Als het glijden of markeren (als onder punt 1)
voortduurt, dan is de helling te steil om veilig te
bewerken. Ga in zo'n geval niet verder, maar verlaat
dit gedeelte langzaam en voorzichtig.
Juiste bandenspanning is van essentieel belang voor
maximale tractie.
Voor - 69-83 kPa
Achter - 55-69 kPa
nl-26
om onder normale
tractie en stabiliteit
beginnen te 'markeren',
tractie is hersteld of
te
Graden zijn getoond op dichtstbijzijnde 1/4°
de
19° Maximum
0%
Algemene helling van wegwallen - 45°
Steilste grasgebied - 31°
Helling van gemiddeld dak - 19-1/4°
2e klas hoofdweg maximale hellinggraad - 4-1/2°
Tolweg of snelweg - 1-3/4°
Afb. 6C
0°
Afb. 6D