Groeven Of Tramsporen; Ongelijke Snijeenheden - Textron Jacobsen Tri-King Sicherheits-, Betriebs- Und Wartungshandbuch

11 MAAIKWALITEIT

11.9 GROEVEN OF TRAMSPOREN _______________________________________________

N.B: De pijl geeft de rijrichting aan.
Mogelijk probleem
Haspel en/of sledemes ongelijk versleten.
Ontbrekende, te losse of te vast aangedraaide schroeven op het
sledemes.
Maaisnelheid (grond) is te snel.

11.10 ONGELIJKE SNIJEENHEDEN________________________________________________

N.B: De pijl geeft de rijrichting aan.
Mogelijk probleem
Maaihoogte van de ene snijeenheid ongelijk ten opzichte van de
andere.
Verschil in rijhoogte van de maaier van de ene kant tot de
andere.
nl-58
Groeven of tramsporen zorgen voor een patroon van
variërende snijhoogten, wat resulteert in een golfachtig
maairesultaat, meestal door zware contactpunten langs
een haspel en/of sledemes.
Oplossing
Inspecteer het sledemes en de haspel. Slijp of vervang de haspel
en het sledemes indien nodig.
Installeer of vervang de schroeven van het sledemes of draai ze
vast tot de juiste aangedraaide instelling.
Maaisnelheid (grond) verminderen.
Ongelijke snijeenheden
variërende snijhoogten, wat resulteert in een getrapt
maairesultaat, meestal door een ongelijke afstelling van
de maaihoogte van een snijeenheid ten opzichte van de
andere.
Oplossing
Maaihoogte op snijeenheden controleren/aanpassen.
De bandenspanning controleren en aanpassen.
geven een patroon van