Aflopend Maaien - Textron Jacobsen Tri-King Sicherheits-, Betriebs- Und Wartungshandbuch

11.4 AFLOPEND MAAIEN _______________________________________________________

N.B: De pijl geeft de rijrichting aan.
Mogelijk probleem
Instellingen maaihoogte zijn verschillend van de ene kant van
een haspel tot andere of van een snijeenheid tot een andere.
Versleten lagers voorcilinder.
Contact van haspel met sledemes is verschillend van de ene
kant van een haspel tot de andere of van een snijeenheid tot
een andere.
De beweging van de snijhaspel is beperkt.
Verschillen in dichtheid van de graszoden.
De gewichtdistributie van de machine is ongelijk.
Aflopend maaien komt voor als het gras aan één kant van
een haspel of snijeenheid langer wordt gemaaid dan aan
de andere kant. Dit wordt meestal veroorzaakt door
mechanische slijtage of een onjuiste aanpassing van een
cilinder of maaihoogte.
TN0221
Controleer de aanpassing van de maaihoogte van de snijeenheden.
Controleer/vervang de lagers van de voorcilinder.
Controleer het contact van haspel tegen sledemes.
Controleer/verwijder obstructie die de beweging van de snijhaspel
belemmert.
Verander de maairichting.
Controleer bandenspanning en pas deze aan.
MAAIKWALITEIT
Oplossing
11
nl-53