J Gebrauch Des Multimeters In Verbindung Mit Einem Computer - Conrad VC-608 Bedienungsanleitung

jk is, wordt hier de meetwaarde niet direct weergegeven, maar verschijnt als binaire
code (1-2-4-8-16-....-16K). Dat betekent, dat de momentele meetwaarde (als getal-
waarde) in het hoofddisplay omgezet wordt in de binaire code en in het staafdiagram
weergegeven wordt.
Tips!
Meetwaarde-tendensen (naar omhoog of omlaag) zijn door de duidelijk hogere
meetsnelheid van het staafdiagram gemakkelijker te herkennen.
De staafdiagramweergave is te vergelijken met de wijzer van een analoog mee-
tinstrument zonder de mechanische nadelen ervan.
b) MIN en MAX
De subfuncties MIN en MAX registreren amplitudesprongen vanaf ca. 100 ms.
Voor de registratie van snellere veranderingen van de meetwaarde wordt de
subfunctie "PEAK" aanbevolen. Ga als volgt te werk:
Druk op de toets "MENU". Het subfunctie-weergaveblok verschijnt en "AUTO OFF"
knippert. Kies met de pijltjestoetsen de subfunctie MIN of MAX en bevestig dit met
"ENTER". De functie voor de maximum- of minimumwaarde werd nu opgestart. Bij
elke hoogste (MAX) of laagste (MIN) meetwaarde die optreedt wordt de weergave op
het hoofddisplay vernieuwd. U kunt deze functie verlaten door de toets "HOLD" twee
keer in te drukken.
Tip!
Bij een omgewisselde polariteit (omgekeerd prefix "-") zijn bij de meting van
gelijkgrootheden de minimum- en maximumwaarde eveneens verwisseld.
c) PEAK
De subfunctie PEAK (voor piekwaarde) lijkt op de MIN-MAX-functie, maar dient voor
de registratie van meetsignalen die snel veranderen (minder dan 100 ms) zoals aan-
loopstromen van machines (b.v. modelbouwmotoren), enz. Deze subfunctie is echter
enkel mogelijk bij de meting van gelijkgrootheden (gelijkspanning of -stroom), niet bij
wisselgrootheden en ook niet bij andere meetfuncties.
Druk op de toets "MENU". "AUTO OFF" knippert. Kies de subfunctie "+PEAK" (voor
stijgende flanken) of "-PEAK" (voor dalende flanken) en bevestig dit met "ENTER".
De PEAK-functie wordt nu opgestart, d.w.z. elke nieuwe piekwaarde wordt geregis-
treerd, vastgehouden ("bevroren", net als Data Hold) en weergegeven. Om deze sub-
functie te verlaten, dient u de toets "HOLD" twee keer in te drukken.
d) AVG
De Average-subfunctie ("AVG" = gemiddelde waardevorming) dient voor het beter
kunnen aflezen van sterk fluctuerende meetsignalen of meetsignalen met veel ruis.
114
4. Zur Messung von Temperaturen im Bereich von -20°C bis max. 1200°C ist ein
Temperaturadapter und ein K-Typ-Sensor erforderlich. Beide sind optional erhält-
lich. Verbinden Sie den Adapter (3-polig) polungsrichtig mit den Buchsen "
u.mA", "COM" und "V". Anschließend verbinden Sie den K-Typ-Sensor polungs-
richtig mit dem Temperaturadapter (breiter und schmaler Messerkontakt). Betäti-
gen Sie nun den Taster "Alt F" einmal. Die Haupt-Anzeige springt um von der Zen-
erdiodenmessung auf die Temperaturmessung in "°C". In der kleinen Anzeige wird
die absolute Temperatur in Kelvin angezeigt. Ein weiterer Tastendruck auf den
Taster "Alt F" bewirkt die Anzeige der Temperatur in "°F" in der Hauptanzeige.
Auch hier wird im kleinen Display die absolute Temperatur in Kelvin angezeigt.
Es gilt zu beachten, daß "außerhalb" des Temperaturbereiches
+18°C bis +28°C (= Bereich der garantierten Meßgenauigkeit) nur
das Thermoelement der zu messenden Temperatur ausgesetzt
werden darf.
Schließen Sie keine Spannungen an. Das Gerät kann dadurch zer-
stört werden.
J Gebrauch des Multimeters in Verbindung mit einem
Computer
Eine umfangreiche Windows-Software für Windows 3.1x bzw. '95 / '98 und die dazu-
gehörige Infrarotschnittstellenleitung liegen dem Meßgerät bei. Grundkenntnisse im
Umgang mit einem PC und dessen Programmierung sind erforderlich.
a) Anschluß
Verbinden Sie die RS-232-Schnittstellenleitung mit dem Multimeter (Gehäuseunter-
seite) und mit einer seriellen Schnittstelle des ausgeschalteten Computers. Die
Schnittstelle am Multimeter ist eine bi-direktionale IR-Schnittstelle (Vorteil: keine gal-
vanische Verbindung zwischen Computer und Meßgerät).
27