Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

B Mv-Spanningsmeting (Mv, Lees: Millivolt = Macht -3 V); D Ma - Messung (Strommessung, Ac, Dc, Ac+Dc) - Conrad VC-608 Bedienungsanleitung

Digitalmultimeter
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für VC-608:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

B mV-spanningsmeting
(mV, lees: millivolt = macht -3 V)
U mag de max. toelaatbare ingangsgrootheden nooit overschrij-
den, ook niet bij de meting van rimpelspanningen (b.v. brom-
spanning). Max. 250 VDC / VACrms.
U mag schakelingen of schakelonderdelen in geen geval aanra-
ken wanneer u daarin spanningen meet van meer dan 25
VACrms of 35 VDC.
Voor het meten van minimale spanningen, dient u als volgt te werk te gaan:
1. Sluit de rode meetdraad op de V/Ohm-bus aan en de zwarte meetdraad op de
COM-bus.
2. Zet de draaischakelaar op ~=mV.
3. Verbind de meetstiften met het meetobject (belasting, schakeling, enz.). De DC-
meetwaarde (gelijkspanning) wordt op het grote display weergegeven. Op het klei-
ne display wordt de ingangsimpedantie van > 1 G Ohm vertoond.
4. Om mV-wisselspanningen te meten, dient u de toets "Alt F" één keer in te druk-
ken. In plaats van een mV-gelijkspanning kan nu een mV-wisselspanning ("AC")
worden gemeten. Drukt u de toets "Alt F" nogmaals (2de maal), dan kunt u de
zogeheten mengspanningen (AC+DC) in mV meten. Op het kleine display wordt
telkens de dBm-waarde vertoond. Wanneer u wilt terugkeren naar de gelijkspan-
ningsmeting "mVDC", druk dan nogmaals (3de maal) op de toets "Alt F".
Het mV-bereik (tot 2500 mV bij DC; tot 500 mV bij AC) beschikt over een ingangs-
weerstand van meer dan 1000 MOhm. Valt er vóór de betreffende meetwaarde
een "-"(min)-teken te zien, dan is de gemeten spanning negatief of de meetdraden
zijn verwisseld.
Tip!
Omdat de meetingang zeer gevoelig is, kan het voorkomen dat bij losliggende
meetdraden (d.w.z. draden die niet op een meetobject aangesloten zijn) wille-
keurige meetwaarden worden weergegeven. Dit "fenomeen" is normaal en
verdwijnt van zodra u uw meting uitvoert.
120
Messen Sie keine Ströme in Stromkreisen, in welchen Spannun-
gen größer 600 VDC bzw. VACrms auftreten können, damit das
Meßgerät nicht beschädigt wird und dadurch für Sie Lebensge-
fahr bestehen kann. Messen Sie im uA-Bereich auf keinen Fall
Ströme über 5000 uA (= 5 mA).

D mA - Messung (Strommessung, AC, DC, AC+DC)

Zur Messung von Gleich- oder Wechsel- oder Mischströmen in mA bis max. 500 mA
gehen Sie wie folgt vor:
1. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der COM-Buchse und die rote Meßlei-
tung mit der uA/mA-Buchse.
2. Stellen Sie den Drehschalter auf "mA=~".
3. Verbinden Sie die Meßleitungen in Serie mit dem Meßobjekt (siehe nachfolgende
Abbildung). Der Meßwert wird im großen Display angezeigt.
4. Zur Messung von -mA-Wechselströmen betätigen Sie den Taster "Alt F" einmal.
Statt eines mA-Gleichstromes kann nun ein mA-Wechselstrom (AC) gemessen
werden. Betätigen Sie den Taster "Alt F" ein weiteres (zweites) Mal, so können Sie
sog. Mischströme (AC+DC) in mA messen. Wenn Sie zur Gleichstrommessung
"mADC" zurückkehren wollen, betätigen Sie ein weiteres (drittes) Mal den Taster
"Alt F".
Der mA-Bereich (500 mA) ist mit einer flinken 1-A-Sicherung abgesichert und weist
einen Nebenwiderstand (Shunt) von 1 Ohm auf.
Messen Sie keine Ströme in Stromkreisen, in welchen Spannun-
gen größer 600 VDC bzw. VACrms auftreten können, damit das
Meßgerät nicht beschädigt wird und dadurch für Sie Lebensge-
fahr bestehen kann. Messen Sie im mA-Bereich auf keinen Fall
Ströme über 500 mA (= 0,5 A).
mA
21

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis