Inhaltsverzeichnis
Werbung
c) Hebel für die Choke-Klappe
Der Hebel für die Choke-Klappe kann durch Vertauschen der Sechskantmutter/Schraube auch auf
der 180° gegenüber liegenden Seite montiert werden.
d) Verstellung der Auspuffkrümmer
Die Verdrehung der 5 Auspuffkrümmer ist sehr einfach möglich, indem die Haltemutter mit
einem dazu geeigneten Gabelschlüssel etwas gelockert wird. Drehen Sie dann den Krümmer
vorsichtig in die gewünschte Position und ziehen Sie dann die Haltemutter wieder fest.
e) Kraftstoff-Filter
Bei allen Motoren ist darauf zu achten, dass der Kraftstoff 100% sauber ist. Es ist deshalb sehr
empfehlenswert, einen hochwertigen Kraftstoff-Filter zu verwenden.
Dieser sollte gelegentlich gereinigt oder ausgetauscht werden.
Wenn Sie eine externe Tankstation verwenden (z.B. um den Kraftstoff per Pumpe einfach in den
Tank füllen zu können bzw. auch absaugen zu können), so setzen Sie dort einen zusätzlichen
Filter ein.
Zerlegen und reinigen Sie gelegentlich alle Teile, die mit Kraftstoff in Berührung kommen.
Sie beugen so einer Verstopfung des Vergasers vor.
10
c) Warme motor starten
• Schakel de gloeiplug driver in (externe startbatterij of boordbatterij/accu).
• Zet de gashendel in de positie voor de stationair.
• Start de motor met de electrostarter.
Indien de motor niet start, schakel dan de gloeiplug driver uit en ga te werk zoals bij de eerste
Bild 3
start.
9. Het inlopen
Alle nieuwe verbrandingsmotoren vereisen een warmloopfase waarbij zeer fijne verwerkingsf-
outjes en bramen afgeslepen worden. Hitte en kracht tijdens de verbranding beïnvloeden de
motor eveneens.
U kent dit waarschijnlijk van uw eigen auto. Ook hier is bij een nieuwe motor geen maximaal
toerental toegelaten – hierdoor kan de motor beschadigd worden. Over een afstand van meer-
dere 1000 kilometers is enkel ca. 50-60% van het maximale toerental (vooraleer het rode bereik
begint) toegelaten.
Bild 4
Bij een motor voor vliegtuigmodellen is door de precieze fabricering en bouwwijze een relatief
korte en eenvoudige warmloopfase mogelijk die voor een groot deel reeds tijdens het vliegen
kan worden gedaan.
Start de motor en laat deze 10 seconden maximaal met ongeveer 6300 omw/min draaien.
Open de sproeiernaald; laat de motor met ongeveer 5000 omw/min gedurende 20 seconden
draaien.
Verander het toerental enkel via de sproeiernaald, niet via de gashendel (steeds in de stand vol-
gas).
Herhaal deze procedure. Laat de motor afwisselend met een hoog en met een laag toerental
draaien, verander het toerental enkel via de instelling van de sproeiernaald.
Verleng nu stap voor stap en heel langzaam de volgasfase tot de motor ten minste 10 minuten
ingelopen is.
Als deze eerste warmloopfase op de grond afgesloten is, kan het verdere inlopen tijdens het
vliegen worden gedaan.
Na elke vlucht kan de sproeiernaald een beetje meer gesloten worden. Na ongeveer 10 vluch-
ten kan de sproeiernaald zo ingesteld worden, dat de motor het maximale vermogen oplevert.
Als de propeller twee keer gedraaid wordt kunnen door de hete oppervl-
akken in de cilinders kleine ontploffingen gebeuren. In ieder geval wordt
de brandstof direct gasvormig en schiet uit de uitlaatpijpen. Explosiege-
vaar!
Door deze verdamping van de brandstof worden de oppervlakken afgekoeld.
Draai eventueel de propeller nogmaals twee keer zoals voorgaand
beschreven.
Voor de warmloopfase raadt de fabrikant een propeller met 18x10 of 20x8 aan.
Tijdens de eerste vluchten moet de sproeiernaald zo rijk mogelijk ingesteld worden.
Dit zorgt o.a. voor een betere smering.
87
Quicklinks ausblenden:
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
