5.2 Menuweergave bedieningseenheid
Overzicht
Omschrijving
De relevante hoorbare/zichtbare indicator
wordt ingeschakeld wanneer lage druk,
stroomstoring of andere storing wordt
herkend. Druk op de dempknop om het
hoorbare signaal te dempen. De zichtbare
indicator knippert totdat het probleem is
A Dempknop
opgelost. Als het aangegeven probleem niet
binnen tien minuten is opgelost, klinkt de
indicator opnieuw. Druk op de dempknop
om de hoorbare indicatie te dempen; de
indicator klinkt niet opnieuw. Zie hoofdstuk
8 Problemen oplossen, 113.
Systeem in
Wanneer het systeem wordt gebruikt,
cyclus / set-
knippert het groene led-lampje.
B
upindicator
Een ononderbroken groen brandend led-
(operationeel
lampje geeft een normale werking aan.
ledlampje)
Ander systeem
Als het systeem een probleem met de
C
/ indicator
cyclustijd herkent, knippert er een rood led-
timingstoring
lampje en klinkt er een zoemer.
Rood ledlampje knippert en hoorbare
zoemer klinkt als het systeem geen voeding
Indicator
heeft. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn
D
stroomstoring
van stroomuitval door een losgeraakt
netsnoer of een uitgeschakelde voeding
tijdens het gebruik.
Drukstoring /
Rood led-lampje knippert en hoorbare
indicator lage
zoemer klinkt als het systeem een
E
druk
lagedrukstoring herkent.
Bediening
1. De voedingsindicator knippert en de bedieningseenheid
gaat aanvankelijk naar de statische modus totdat de druk
15 mmHg bereikt. Vervolgens gaat de bedieningseenheid
naar de alternatieve modus en blijft de voedingsindicator
aan. De cyclustijd wordt ingesteld op 10 minuten en de
druk wordt ingesteld op 60 ± 3 mmHg.
De eerste keer opblazen van een nieuwe matras: de
indicatorfunctie (zichtbare en hoorbare indicatoren)
wordt geactiveerd als de matras niet binnen 15
minuten volledig is opgeblazen.
109
Functie
Storingen in de werking
Tijdens de werking van de bedieningseenheid wordt
l
de lagedrukindicator binnen één minuut geactiveerd
als de luchtslangen zijn losgekoppeld of luchtcellen
zijn gebroken.
In het geval van abnormaal alternatief of geen alternatief
l
wordt het hoorbare signaal geactiveerd en knippert de
indicator voor een alternatieve storing.
5.3 CPR-procedure
Het Invacare® Softform Active® 2 Rx-matras is volledig getest
op naleving van de huidige CPR-norm van 5 tot 6 cm
compressiediepte. Dit werd op alle fasen van
opgeblazen/leeggelopen behaald.
1. Houd de rode CPR-knop ingedrukt A.
2. Trek de slangaansluiting stevig van de
bedieningseenheid B.
3. Schakel de bedieningseenheid uit.
Het matras begint leeg te lopen. De leeglooptijd is 20
seconden.
4. Schakel het systeem weer zoals beschreven in
paragraaf 4.2 Het systeem installeren, 108 wanneer
de reanimatie is voltooid.
5.4 Transportmodus
Ga als volgt te werk als het bed of de matras moet worden
verplaatst:
1. Schakel de voeding uit.
2. Koppel de stroomkabel van de bedieningseenheid los en,
indien nodig, ook de luchtslang.
3. Wanneer het systeem klaar is om opnieuw te worden
geactiveerd, volgt u de beschrijving in paragraaf 4.2 Het
systeem installeren, 108.
De luchttoevoerslang moet worden opgeborgen door deze vast
te maken aan de klem aan het voeteneinde van het matras.
Bij Active Care-matrassen bevindt de luchtslang zich in het
matras. Om bij de slang te komen, ritst u de matras open, haalt
u de slang eruit en sluit u hem aan op de bedieningseenheid.
Zorg ervoor dat de rits goed is gesloten nadat u de slang hebt
aangesloten.
3 Productoverzicht
1630000-F