ES
geopend, neem dan contact op met de serviceafdeling van de
fabrikant.
BESCHRIJVING VAN DE
FOUT
-----
Probleem met
beveiligingssleutel
E01
Computer werkt niet
E02
Motor werkt niet
E03
De computer
detecteerde
gedurende 15
seconden geen signaal
van de
snelheidssensor.
E04
Communicatiefout
E05
Fout door
overbelasting
105
MOGELIJKE
OPLOSSING VOOR HET
OORZAKEN
PROBLEEM
De
Sluit de
beveiligingssleutel is
beveiligingssleutel
niet aangesloten.
correct aan.
De computer is
Neem contact op met
defect.
de serviceafdeling van
de fabrikant.
De computer is niet
Controleer of de
goed aangesloten.
computerkabels
correct zijn
aangesloten.
De aansluitkabel is
Controleer de
gebroken of gerafeld
aansluiting van de
stekkers. Als deze
correct is en het
probleem blijft
aanhouden, neem dan
contact op met de
klantenservice van de
fabrikant.
De computer is
Neem contact op met
defect
de serviceafdeling van
de fabrikant.
De verbinding tussen
Neem contact op met
de besturingskaart
de serviceafdeling van
en de computer is
de fabrikant.
geblokkeerd
Onjuiste
Controleer of de
voedingsspanning
spanning correct is. Als
het probleem
aanhoudt, neem dan
contact op met de
klantenservice van de
fabrikant.
Verkeerde
Koppel de kabel los en
aansluiting van de
sluit hem opnieuw
motorkabel
aan. Neem contact op
met de serviceafdeling
van de fabrikant als
het probleem zich blijft
voordoen.
Defecte controller
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Verkeerde
Neem contact op met
sensoraansluiting
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Verkeerd
Controleer de
aangesloten
aansluiting van de
sensorstekker
stekkers. Neem
contact op met de
serviceafdeling van de
fabrikant als deze in
orde is en het
probleem aanhoudt.
Defecte sensor
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Verkeerde
Neem contact op met
aansluiting of
de serviceafdeling van
beschadigde kabels.
de fabrikant.
Motorstoring
Controleer of de motor
niet is doorgebrand. Is
dit niet het geval, haal
dan de stekker van de
loopband uit het
De nominale stroom
in de regelaar is te
laag.
De stroom is hoger
dan de nominale
waarde
E06
Voedingsspanning is
Explosieveilige
te laag
bescherming. Onjuiste
voeding
Kortsluiting
E07
Onbeveiligde sleutel
Geen weergave
E08
De controller is
EEPROM-fout
kapot.
controller
E09
Het apparaat wordt
De regelaar staat in
niet op een vlakke
een schuine stand
ondergrond
geplaatst.
E10
Onjuiste installatie
Bescherming tegen
van
stroomschommelingen
stuurprogramma.
Verkeerd
gemonteerde motor.
Geblokkeerd
transmissiegedeelte
van de loopband.
E11
Controleer of de AC-voeding hoger is dan 270 V
Spanning te hoog
of onstabiel is. Als dit het geval is, stop dan met
het gebruik van de loopband en meld de storing.
E13
Beschadigde draden
Communicatiefout
tussen meter en
tussen teller en
controller.
regelaar. De teller
Verkeerd
ontvangt geen signaal
aangesloten
van de regelaar.
stopcontact.
E14
Controleer of de wisselstroomvoeding lager is
Spanning te laag
dan 160 V of onstabiel is. Als dit het geval is, stop
dan met het gebruik van het product en meld de
storing.
Apparaat werkt niet
Geen
stroomvoorziening
Onbeveiligde sleutel
Kortsluiting
ON/OFF-schakelaar
staat niet aan
De lopende riem werkt
De lopende riem is
niet soepel
onvoldoende
gesmeerd
De riemen zitten te
strak
stopcontact en sluit de
loopband opnieuw
aan. Als het probleem
aanhoudt, neem dan
contact op met de
serviceafdeling van de
fabrikant.
Vervang de controller.
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Zorg ervoor dat het
gewicht van de
gebruiker de
maximumwaarde voor
dit apparaat niet
overschrijdt.
Sluit het apparaat aan
op een voeding met de
juiste spanning.
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Plaats de
beveiligingssleutel.
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Plaats het apparaat op
een vlakke, stabiele
ondergrond en start
opnieuw op.
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Sluit het apparaat aan
op de voeding.
Plaats de
beveiligingssleutel.
Neem contact op met
de serviceafdeling van
de fabrikant.
Schakel het apparaat
in.
Smeer de loopband
volgens de informatie
in de
gebruikershandleiding.
Stel de positie van de
loopband af volgens