Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

3M DBI-SALA Nano-Lok XL Bedienungsanleitung Seite 171

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 38
3.0 Installatie
3.1
PLANNING: Plan uw valbeveiligingssysteem voor u begint met werken. Houd rekening met alle factoren die uw veiligheid
voor, tijdens en na een val kunnen beïnvloeden. Neem alle eisen en beperkingen die in sectie 2 zijn gedefinieerd in
overweging.
3.2
VERANKERING: Afbeelding 7 toont typische SRD verankeringsverbindingen. Kies een verankeringspunt met minimaal gevaar
voor een vrije val en zwenkvalrisico's (zie hoofdstuk 1). Kies een stabiel verankeringspunt dat bestand is tegen de in hoofdstuk
1 gedefinieerde statische belastingen.
3.3
HARNASVERBINDING: Een volledig lichaamsharnas is vereist voor valstoptoepassingen. Sluit de musketonhaak (A)
op de SRD-reddingslijn aan op de achterste dorsale D-ring (B) van het volledig lichaamsharnas (zie Afbeelding 8). Voor
situaties als het beklimmen van een ladder kan het nuttig zijn om het met de sternale D-ring aan de voorkant van het
harnas te verbinden. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van het harnas voor details met betrekking tot het gebruik
van de harnasverbindingspunten.
4.0 WERKING
;
Personen die de Zelfintrekbaar apparaaten (SRD's) voor het eerst of onregelmatig gebruiken, moeten eerst de
"Veiligheidsinformatie" aan het begin van deze handleiding doornemen voordat ze het SRD gebruiken.
4.1
VÓÓR ELK GEBRUIK: Vóór elk gebruik van deze valbeveiligingsuitrusting dient u deze zorgvuldig te inspecteren, om
er zeker van te zijn dat deze in goede staat verkeert. Let op versleten of beschadigde delen. Zorg ervoor dat alle bouten
aanwezig zijn en stevig vastzitten. Controleer het correct terugtrekken van de valstoplijn door de lijn uit te trekken en
langzaam weer terug te laten gaan. Als er enige aarzeling is bij het terugtrekken, moet de eenheid worden verwijderd
en vernietigd. Inspecteer de valstoplijn op insnijdingen, rafels, brandplekken, indeukingen en corrosie. Controleer de
blokkering door met kracht aan de lijn te trekken. Zie het inspectie- en onderhoudslogboek (tabel 3) voor inspectiedetails.
Gebruik niets wat bij inspectie onveilig blijkt.
4.2
NA EEN VAL: Alle uitrusting die is blootgesteld aan de krachten van een valstop of die beschadigingen vertonen die
door de kracht van een valstop zouden kunnen zijn veroorzaakt zoals beschreven in tabel 3, moet worden verwijderd en
vernietigd.
4.3
LICHAAMSONDERSTEUNING: Bij gebruik van SRD's van 3M moet een volledig lichaamsharnas worden gedragen. Voor
gebruik als algemene valbescherming maakt u verbinding met de dorsale D-ring. Voor situaties als het beklimmen van
een ladder kan het nuttig zijn om het met de sternale D-ring aan de voorkant van het harnas te verbinden. Raadpleeg de
instructies van de fabrikant van het harnas voor details met betrekking tot het gebruik van de harnasverbindingspunten.
4.4
VALSTOPVERBINDINGEN: Wanneer u een haak gebruikt om een verbinding te maken, zorg er dan voor dat deze
niet los kan raken (zie Afbeelding 5). Gebruik geen haken of connectors die niet volledig over het bevestigingsobject
sluiten. Gebruik geen musketonhaken zonder vergrendeling. De verankering moet voldoen aan de sterktevereisten voor
verankeringen zoals vermeld in hoofdstuk 1. Volg de instructies van de fabrikant voor elk onderdeel van het systeem.
4.5
BEDIENING: Inspecteer de SRD vóór gebruik volgens de inspectieprocedure van tabel 3. Sluit de SRD tijdens het gebruik
aan op een geschikte verankering of verankeringsconnector zoals hierboven beschreven staat. Verbind de zelfborgende
musketonhaak aan het einde van de reddingslijn met de dorsale D-ring op het volledige lichaamsharnas (zie afbeelding 8).
Zorg ervoor dat de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Controleer of de haak volledig gesloten
en geborgd is. Eenmaal aangesloten kan de medewerker bij normale snelheden vrij bewegen binnen de aanbevolen
werkruimte. Er kan een kort statisch koord nodig zijn om de reddingslijn uit of op te rollen tijdens het aansluiten en
losmaken. Er kan een kort statisch koord worden gebruikt om ongecontroleerd oprollen van de reddingslijn in de SRD te
voorkomen. Afhankelijk van de arbeidsomgeving en de omstandigheden kan het nodig zijn om het vrije uiteinde van het
statische koord vast te zetten, om interferentie en verstrikking met apparatuur of machines te voorkomen.
4.6
HORIZONTALE SYSTEMEN: In toepassingen waar het SRD wordt gebruikt in verbinding met een horizontaal systeem
(d.w.z. horizontale valstoplijn, horizontale I-balktrolley), moeten de SRD en de horizontale-systeemcomponenten
compatibel zijn. Horizontale systemen moeten worden ontworpen en geïnstalleerd onder toezicht van een gekwalificeerde
technicus. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de horizontale systemen voor meer details.
;
De waarden voor de valspeling in Afbeelding 4 zijn gebaseerd op verankering op een stijf, vast verankeringspunt en
zijn niet van toepassing op verankering aan een horizontale reddingslijn (HLL)-systeem. Raadpleeg de HLL-handleiding
en het HLL-installatieprogramma om de vereiste valspelingen te bepalen.
5.0 Inspectie
5.1
REGELMAAT VAN INSPECTIE: Het Zelfintrekbaar apparaat moet worden geïnspecteerd volgens de in Hoofdstuk 2
vermelde intervallen. De inspectieprocedures zijn beschreven in het 'Logboek voor inspectie en onderhoud' (tabel 3).
;
Extreme werkomstandigheden (ruige omgeving, langdurig gebruik, enz.) kunnen een hogere inspectiefrequenties
vereisen (zie Tabel 2).
5.2
ONVEILIGE OF GEBREKKIGE OMSTANDIGHEDEN: Als inspectie een onveilige of defecte toestand uitwijst, gebruik de
SRD dan niet meer en gooi hem weg (zie Hoofdstuk 6).
;
Alleen 3M of partners die hiervoor schriftelijk door 3M zijn geautoriseerd, mogen deze apparatuur repareren.
171

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis