Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Stryker Surpass Evolve Gebrauchsanweisung Seite 35

Flow diverter system
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 19
let op: Gebruik het torsie-instrument uitsluitend bij het opvoeren van de
plaatsingsdraad. Gebruik het torsie-instrument niet om torsie uit te oefenen
op de plaatsingsdraad, want de draad is daar niet voor bedoeld en dat kan
schade aan het systeem tot gevolg hebben.
11. Voer de plaatsingsdraad langzaam op totdat de distale rand van de
fluoromarkering de RHV van de microkatheter bereikt. De fluoromarkering
bevindt zich op 125 cm van de distale tip van de plaatsingsdraad.
waarschuwing: De fluoromarkering is uitsluitend compatibel met
microkatheters met een lengte van 135 cm of meer. Gebruik van kortere
microkatheters kan leiden tot onvoldoende werklengte voor de gebruiker en
een onbedoelde ontplooiing van het implantaat.
12. Voer het systeem onder fluoroscopie verder op door de microkatheter totdat
de distale radiopake markering op de plaatsingsdraad zich minstens 5 mm
voorbij de hals van het intracraniële aneurysma bevindt.
13. Controleer de positie van het implantaat door de distale en proximale
radiopake markering op de plaatsingsdraad in beeld te brengen. Controleer of
het distale uiteinde van het implantaat zich minstens 5 mm voorbij de hals van
het intracraniële aneurysma bevindt.
opmerking: Door de microkatheter terug te trekken om de laatste
aanpassingen te maken, wordt vóór ontplooiing eventuele speling uit het
systeem verwijderd.
14. Zorg dat de RHV net strak genoeg is aangedraaid om een vrije beweging
tussen de microkatheter en de plaatsingsdraad mogelijk te maken.
De Surpass Evolve™-flow-omleider kan nu worden ontplooid.
ontplooiing van de flow-omleider
1. Start de ontplooiing door de microkatheter terug te trekken terwijl u een
zachte voorwaartse druk uitoefent op de plaatsingsdraad, totdat het
implantaat uit de microkatheter begint te komen en het de vaatwand begint te
raken.
waarschuwing: Vanaf het moment dat het implantaat de vaatwand raakt, mag u
het implantaat niet verder in distale richting bewegen, want dit kan schade aan
de uiteinden van het implantaat veroorzaken.
2. Een combinatie van voorwaartse druk (duwen) op de plaatsingsdraad en/
of terugtrekken van de microkatheter (uit de huls verwijderen) hoort de
gebruiker in staat te stellen het distale uiteinde van het implantaat uitgelijnd te
houden met de gewenste plaatsingszone en optimale appositie tegen de wand
te bereiken.
opmerking: Tijdens de ontplooiing kan de appositie tegen de wand op de
volgende manieren worden verbeterd:
• Het implantaat terugtrekken in de huls en/of manipuleren van de
microkatheter door de plaatsingsdraad te vergrendelen met de RHV en de
plaatsingsdraad en de microkatheter samen als één geheel voorzichtig op
de te voeren (laden); en/of
• De microkathetertip in het midden van de moederarterie houden.
3. Instructies voor het terugtrekken in de huls: Als de plaatsing niet naar wens
is, kan het implantaat weer worden omhuld en opnieuw worden geplaatst,
mits de distale markering op de microkatheter zich niet proximaal van de
markering voor terugtrekken in de huls op de plaatsingsdraad bevindt. Het
implantaat kan worden omhuld door de microkatheter op te voeren terwijl u
gelijktijdig zachtjes aan de plaatsingsdraad trekt.
let op: Probeer het implantaat niet meer dan drie keer deels te ontplooien en
vervolgens weer te omhullen, want dat kan ertoe leiden dat het terugtrekken
in de huls niet naar behoren verloopt.
let op: Oefen geen extra kracht uit als u aanzienlijke weerstand voelt bij het
omhullen van het implantaat, want daardoor kan het hulpmiddel defect raken.
4. Wanneer circa 10 mm van het implantaat is ontplooid, vouwt het distale
uiteinde zich uit en komt het tegen de vaatwanden aan te liggen.
5. Nadat het distale uiteinde van het implantaat is ontplooid en tegen de
vaatwanden aan is komen te liggen, ontplooit u de rest van het implantaat
door beurtelings de plaatsingsdraad naar voren te duwen en de microkatheter
terug te trekken. Observeer de distale tip van de plaatsingsdraad tijdens het
blootleggen van het implantaat zorgvuldig onder fluoroscopie. Als de gebruiker
de markering voor terugtrekken in de huls is gepasseerd, moet de huls van het
implantaat worden verwijderd zonder op de plaatsingsdraad te duwen.
6. Nadat het gehele implantaat is ontplooid, controleert u onder fluoroscopie of
volledige ontplooiing heeft plaatsgevonden om te verzekeren dat volledige
appositie tegen de vaatwand is bereikt. Als het hulpmiddel niet volledig tegen
de vaatwand aan ligt, kunt u een ballonkatheter overwegen om het volledig te
openen.
7. Voer de microkatheter op over de plaatsingskatheter door het ontplooide
implantaat, waarbij u oppast dat het implantaat niet losraakt, totdat de
radiopake markering op de microkatheter zich distaal van het ontplooide
implantaat bevindt. Trek de plaatsingsdraad terug in de microkatheter.
8. Controleer of het hulpmiddel doorgankelijk is gebleven en op de juiste positie
is blijven zitten.
9. Werp na het voltooien van de procedure alle hulpmiddelen weg in
overeenstemming met het beleid van het ziekenhuis en de landelijke en/of
lokale overheid.
veelgestelde vragen
V. Wat moet ik doen als ik tijdens het inbrengen van het plaatsingssysteem in de
microkatheter sterke wrijving ondervind?
A. Verwijder het gehele systeem gelijktijdig (microkatheter en
plaatsingssysteem).
V. Kan ik het implantaat terugtrekken als het distale uiteinde is ontplooid op een
ongewenste locatie?
A. Ja. Een deels ontplooid implantaat kan worden teruggetrokken in de huls.
Trek voorzichtig de plaatsingsdraad terug terwijl u op hetzelfde moment de
microkatheter opvoert totdat het implantaat vastzit in de microkatheter. Als
u geen weerstand ondervindt, verwijdert u vervolgens het gehele systeem
(microkatheter en plaatsingssysteem).
V. Kan ik een volledig ontplooid implantaat terugtrekken?
A. Als het implantaat eenmaal volledig ontplooid is, kan het niet meer worden
verwijderd. Indien nodig kan er een tweede implantaat worden ontplooid.
35
Black (K) ∆E ≤5.0

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis