Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

MedComp VASCU-PICC Gebrauchsanweisung Und Pflegetipps Seite 60

-katheter für peripheren zugang in die zentralvene
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 39
METEN VAN DE KATHETER
4.
Plaats de arm van de patiënt in een hoek van 90º.
SCV-plaatsing - Meet met een meetlint vanaf de bedoelde inbrengplaats
over het halskuiltje en dan naar beneden tot aan de derde tussenribruimte.
Noot: De meting aan de buitenkant geeft de interne anatomie niet exact weer.
KATHETER VOORBEREIDEN
5.
Spoel de katheter vooraf.
Noot: Zie Alternatieve Inbrengingstechnieken met een rigide stilet en de sectie
over de zijpoortadapter.
Bevestig de naaldloze toegangspoort(en) aan vrouwelijke luer(s) van de katheter.
Bevestig een spuit met zoutoplossing aan de naaldloze toegangspoort
en spoel de katheter volledig. Als een katheter met meerdere lumina
wordt gebruikt, alle lumina spoelen. Verwijder de spuit(en) alvorens
de verlenging(en) af te klemmen.
Opgelet: De naaldloze toegangspoort mag niet gebruikt worden met naalden,
stompe canules of andere verbindingen zonder luers, of luer-verbindingen
met zichtbare defecten. Als er gepoogd wordt met een naald toegang te
zoeken, moet de naaldloze toegangspoort onmiddellijk vervangen worden.
Niet voor meer dan 100 handelingen gebruiken.
6.
De katheter mag korter gesneden worden indien nodig.
Snij met een steriele schaar de katheter onder een hoek van 90º op de
gewenste lengte.
INBRENGING:
Strikt aseptische technieken en een volledige barrièrebescherming
moeten worden gebruikt bij het inbrengen van de katheter, het
onderhoud en procedures bij de verwijdering. Zorg voor een steriel
operatiegebied. Gebruik steriele lakens, instrumenten en accessoires.
Draag handschoenen en een masker.
7.
Bereid het steriele gebied voor. Bereid de inbrengplaats voor en verbind
deze volgens het beleid van de instelling.
8.
Breng een tourniquet aan op de arm boven de geanticipeerde
inbrengplaats zodat de ader opzwelt.
Noot: Voor inbrenging met OTN of een veiligheidsintroducernaald /
katheter zie de sectie over alternatieve inbrengtechnieken met OTN of
veiligheidsintroducernaald/katheter.
9.
Breng de introducernaald met bevestigde spuit in de bedoelde ader.
Aspireer om voor de juiste plaatsing te zorgen. Maak de tourniquet los.
10.
Verwijder de spuit en plaats de duim over het einde van de naald
om bloedverlies of een luchtembolie te vermijden. Trek het flexibele
uiteinde van de gemarkeerde .018" voerdraad terug in de opvoerder
zodat enkel het uiteinde van de voerdraad zichtbaar is. Steek het
distale einde van de opvoerder in de naaldcilinder. Voer de voerdraad
met een voorwaartse beweging in en voorbij het naaldaanzetstuk in
de bedoelde ader.
Opgelet: De lengte van de voerdraad is bepaald door de grootte van de
patiënt. Controleer de patiënt door de hele procedure heen op aritmie.
De patiënt dient op een hartmonitor te worden aangesloten tijdens deze
procedure. Hartaritmieën kunnen het gevolg zijn als de voerdraad in het
rechteratrium terechtkomt. De voerdraad dient stevig vastgehouden te
worden gehouden tijdens deze procedure.
11.
Verwijder de naald en laat de voerdraad in de gewenste ader. Draai de
wikkel//dilator over het proximale uiteinde van de voerdraad in de gewenste
ader. Verwijder de voerdraad. Laat hierbij de wikkel en de dilator in de ader.
Opgelet: Buig de wikkel/dilator NIET gedurende de inbrenging daar buigen
de wikkel voortijdig zal doen scheuren. Houd de wikkel/dilator dicht bij de
tip vast (ongeveer 3 cm bij de tip vandaan) wanneer deze aanvankelijk door
het huidoppervlak wordt ingebracht. Om de wikkel/dilator naar de ader te
verplaatsen, pakt u de wikkel/dilator een paar centimeter (ongeveer 5 cm) boven
de oorspronkelijke vastpaklocatie opnieuw vast en duwt u de wikkel/dilator
omlaag. Herhaal de procedure totdat de wikkel/dilator volledig ingebracht is.
-58-

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis