Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Montage Van De Bedieningselementen; Elektrische Aansluitingen; Stroomvoorziening 12 V - Truma Combi D4 CP plus ready Einbauanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Combi D4 CP plus ready:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 3

Montage van de bedieningselementen

De montage van de bedieningselementen staat beschreven in
de inbouwhandleiding die met het bedieningselement wordt
meegeleverd.

Elektrische aansluitingen

De aansluitkabels zo leggen dat ze niet kunnen schuren. Ge-
bruik bovendien doorvoertulen of randbeschermingsprofielen
bij scherpe randen, bijvoorbeeld bij doorvoeren op metalen
wanden. De aansluitkabels mogen niet op metalen oppervlak-
ken van toestellen, op de uitlaatgasbuis of op de warmelucht-
buizen worden bevestigd of deze aanraken.
De elektrische aansluitingen liggen onder de aansluitafdek-
king (60) van de kachel. Deze kan door duwen en gelijktijdig
schuiven in de richting van de pijl worden verwijderd. Bij afne-
men cq. opzetten van de aansluitafdekking erop letten dat de
aansluitkabels niet worden uitgetrokken of bekneld raken.
60
61
62
63
64
70
71
Afbeelding 29
61 = ingangsspanning +12 V (platte stekker 6,3 mm)
62 = ingangsspanning -12 V (platte stekker 6,3 mm)
63 = verwarmingselement FrostControl (toebehoren)
64 = toestelzekering: 10 A – traag – (T 10 A)
65 = draadbrug (of raamschakelaar – toebehoren)
66 = tijdschakelklok ZUCB (toebehoren – alleen in
combinatie met analoge bedieningselementen)
67 = binnentemperatuurvoeler
68 = bedieningselement / diagnosestekker*
69 = bedieningselement / diagnosestekker*
70 = doseerpomp
71 = branderzekering 20 A – traag – 6,3 x 32 mm
72 = afzuigventilator
73 = diagnosestekker brander
*
alternatieve aansluitingen
Alle aansluitingen op het toestel met doorhangende aansluit-
kabels uitvoeren. Dit voorkomt dat condenswater via de aan-
sluitkabels het toestel binnendringt.
Afbeelding 30
65
67
68
69
66
73
72
Er mag geen kracht worden uitgeoefend op de aansluitkabels
en stekkers. Voor de snoerontlasting moeten de aansluit-
kabels worden gebundeld (zie afbeelding) en elk met een
kabelbinder op de behuizing worden bevestigd.
Alle kabels moeten goed bevestigd zijn en mogen niet door
trillingen los komen te zitten of losraken – anders dreigt
brandgevaar!
Afbeelding 31

Stroomvoorziening 12 V

Elektrische leidingen, schakel- en besturingsapparatuur voor
kachels moeten in het voertuig zo zijn ingericht, dat hun sto-
ringsvrije werking onder normale bedrijfsomstandigheden niet
kan worden beïnvloed. Alle naar buiten voerende leidingen
moeten bij de doorgang spatwatervrij zijn aangelegd.
Vóór het begin van de werkzaamheden aan de elektrische
onderdelen moet het toestel van de stroomvoorziening wor-
den afgeklemd. Uitschakelen op het bedieningspaneel is niet
voldoende!
Bij elektronische laswerkzaamheden aan de carrosserie moet
de aansluiting van het toestel van het boordnet worden
gescheiden.
Het toestel heeft een bescherming tegen omgekeerde
polariteit. Als het toestel met verkeerde polariteit wordt
aangesloten, verschijnt geen LED-weergave. Het toestel kan
na het tot stand brengen van de juiste polariteit en vervangen
van de toestelzekering (64) weer worden gebruikt.
Om een optimale stroomvoorziening te garanderen, moet de
kachel aan het beveiligde boordnet (zekering in het centrale
elektrische kast 20 A) worden aangesloten. Eventueel reke-
ning houden met spanningsverlies in de stroomleiding.
Kabellengte
5,0 m
5,0 m
7,5 m
Minleiding op de centrale massa aansluiten. Bij directe aan-
sluiting op de accu moet de plus- en minleiding beveiligd
worden. Voor de aansluitingen (61, 62) adviseren wij u om
volledig geïsoleerde vlaksteekhulzen 6,3 mm te gebruiken.
Op de toevoerleiding mogen niet nog meer verbruikers aange-
sloten worden!
Bij gebruik van net- cq stroomvoorzieningsapparaten
moet u erop letten dat deze een geregelde uitgangs-
spanning tussen 11 V en 15 V leveren en de rimpelfactor van
de wisselspanning < 1,2 Vss bedraagt. Voor de verschillende
toepassingen adviseren wij de laadautomaten van Truma.
Vraag uw leverancier. Opladers mogen alleen met een accu
van 12 V als buffer gebruikt worden.
Doorsnede
2 x 4,0 mm²
2 x 6,0 mm²
51

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis