Gebruiksaanwijzing
Afstandsbediening
a = aan / uit-schuifschakelaar
aan (groene LED brandt)
❙
£
uit (groene LED dooft)
b = caravan vooruit
(beide wielen draaien vooruit)
c = caravan achteruit
(beide wielen draaien achteruit)
d = caravan rechts vooruit
(linker wiel draait vooruit)
e = caravan links vooruit
(rechter wiel draait vooruit)
f = caravan rechts achteruit
(linker wiel draait achteruit)
g = caravan links achteruit
(rechter wiel draait achteruit)
De caravan kan ter plaatse in een cirkel ronddraaien, zonder
vooruit bewogen te worden.
d + g = caravan rechts ronddraaien
(linker wiel draait vooruit + rechter wiel draait achteruit)
e + f = caravan links ronddraaien
(linker wiel draait achteruit + rechter wiel draait
vooruit)
De afstandsbediening schakelt na ca. 2 minuten uit, wanneer
op geen enkele toets wordt gedrukt of na 7 minuten wanneer
een van de rijtoetsen permanent blijft ingedrukt. De groene
LED dooft.
Om de afstandsbediening weer te activeren, de schuifschake-
laar op „Uit"
en na ca. 1 seconde weer op „Aan"
£
In de caravan zelf is geen „Aan/Uit"-schakelaar.
LED-knippercode en geluidssignaal van de
afstandsbediening
LED „Aan" en geen geluidssignaal
Systeem is gereed voor gebruik
LED „Uit" en geen geluidssignaal
Systeem uit
(eventueel batterijen uit de afstandsbediening controleren)
LED „knippert" in combinatie met geluidssignaal:
– na inschakelen van de afstandsbediening ca. 5 seconden tot
het systeem gereed is voor gebruik.
– na inschakeling van de afstandsbediening: gedurende ca. 10
seconden, daarna volgt uitschakeling – draadloze verbinding
met de besturing kon niet tot stand worden gebracht.
– bij zwakker worden van de caravanaccu: iedere 3 seconden
(rangeerprocedure snel afsluiten en dan accu laden)
– bij onderspanning van de caravanaccu: 5 maal per seconde
(5 Hz). Vergrendeling van de rijfunctie tot de accuspanning
weer boven ca. 11 V is (bijv. door herstellen / laden van de
accu).
– bij overspanning / overtemperatuur ca. 2 maal per seconde
(2 Hz). Afstandsbediening uit- en weer inschakelen (eventu-
eel bij overtemperatuur afkoelfase afwachten).
Vervanging van de batterijen van de
afstandsbediening
Gebruik alleen lekdichte microbatterijen,
LR 03, AAA, AM 4, MN 2400 (1,5 V).
Bij het plaatsen van nieuwe batterijen
op de plus / min letten!
Lege, verbruikte batterijen kunnen
lekken en de afstandsbediening
beschadigen!
Verwijder de batterijen als de afstands-
bediening langere tijd niet wordt gebruikt.
Geen garantie in geval van schade door lekkende batterijen.
Voor het vernietigen van een defecte afstandsbediening beslist
de batterijen verwijderen en op de juiste manier afvoeren.
Afbeelding 1
Rangeren van de caravan
Voor het gebruik van de rangeerhulp de „veiligheids-
aanwijzingen" in acht nemen!
Bij afgekoppelde caravan (handrem aantrekken) de aandrijfrol-
len met de meegeleverde aanzwenkhendel tegen de banden
aanleggen. De aanzwenkhendel zo ver draaien tot deze zon-
der extra krachtsinspanning niet verder kan worden gedraaid.
In de eindstand klikt de aandrijfeenheid veilig vast.
Bij het aan- / wegzwenken erop letten dat uw vingers
niet worden afgeklemd.
Vóór ingebruikname van de rangeerhulp handremmen
uitschakelen.
zetten.
❙
Schuifschakelaar (a) van de afstandsbediening op stand
„Aan"
schuiven – groene LED knippert in combinatie met het
❙
geluidssignaal gedurende ca. 5 seconden, tot de besturing ge-
reed is voor gebruik.
Met de richtingtoetsen is verplaatsing in zes richtingen mogelijk
– vooruit, achteruit, links vooruit, links achteruit, rechts vooruit,
rechts achteruit.
Bovendien kunnen de toetsen „links vooruit" (e) en „rechts ach-
teruit" (f) of „rechts vooruit" (d) en „links achteruit" (g) gelijktijdig
worden ingedrukt, om de caravan ter plaatse in een cirkel te
draaien zonder vooruit te bewegen.
Door de softstart / softstop wordt de caravan bij het aan-
rijden zonder schokken in beweging gezet resp. bij het
stoppen zacht afgeremd.
Bij loslaten van de toetsen resp. wanneer het radiosignaal
gestoord of te zwak wordt, stopt de caravan. Radioapparatuur
of andere afstandsbedieningen van de rangeerhulp zetten uw
rangeerhulp niet in beweging.
Na het aanrijden loopt de rangeerhulp met een gelijkmatige
snelheid. De snelheid neemt iets toe op een aflopend resp.
neemt af op een oplopend vlak.
Schuifschakelaar van de afstandsbediening op stand „Uit"
schuiven om de afstandsbediening en de rangeerhulp uit te
schakelen.
De schuifschakelaar doet ook dienst als
„Noodstop"-schakelaar.
Na het rangeren eerst de handrem aantrekken en dan de
aandrijfrollen van de band wegzwenken.
Rangeerhulp RH 1
Afbeelding 2
£
43