Het Meetapparaat Aan En Uit Zetten - HemoSense INRatio2 PT Benutzerhandbuch

Testomgeving
• Test bij kamertemperatuur tussen 10
• Het meetapparaat en de teststrip moeten vóór gebruik op kamertemperatuur zijn.
• De luchtvochtigheid moet tussen 15% en 95% zonder condensatie liggen.
• De atmosferische druk moet tussen 700 hPa - 1060 hPa liggen.
Uw huidige gezondheidstoestand
Uw huidige gezondheidstoestand kan een invloed op de testresultaten hebben en
onnauwkeurige resultaten of resultaten die niet aan uw verwachting voldoen tot gevolg
hebben. Bij het interpreteren van de testresultaten is het van belang met bepaalde
gezondheidsfactoren rekening te houden, en samen met uw arts/trombosedienst te besluiten
welke handelwijze u zult moeten volgen. Nalaten dit te doen kan tot een onjuiste
interpretatie van het resultaat leiden. Raadpleeg het hoofdstuk Uitvoeren van een test in deze
gebruikershandleiding voor meer informatie over onverwachte resultaten.
NL
10
Uitvoeren van een test
Uitvoeren van een test met een verkeerde stripcode kan onnauwkeurige resultaten
opleveren. Bevestig de stripcode telkens wanneer u een teststrip inbrengt.
Plaats tijdens het testen het meetapparaat op een vlak en trilvrij oppervlak. Testen op
een oneffen oppervlak of schudden kan onnauwkeurige resultaten veroorzaken.
Houd het meetapparaat NIET in de hand terwijl u een test uitvoert.
Het bloedmonster moet onmiddellijk na het prikken op de teststrip worden
aangebracht, omdat het bloed zal beginnen te stollen. Dit kan onnauwkeurige
resultaten opleveren.
Teststrips zijn uitsluitend voor eenmalig gebruik. Gebruik ze NIET opnieuw en breng
geen extra bloed erop aan. Dit kan onnauwkeurige resultaten of een testfout
veroorzaken.
Verplaats het meetapparaat NIET en raak hem niet aan tijdens het uitvoeren van
een test.
Verzamelen van een bloedmonster door middel van een vingerprik
Gebruik alleen vers capillair bloed.
Indien u overmatig op de plek van de vingerprik duwt (melken), komt zogenaamde
interstitiële (weefsel) vloeistof vrij. Dit kan onnauwkeurige resultaten veroorzaken.
De plek van de vingerprik moet volledig droog zijn. Als er alcohol op de vinger
achterblijft, kan dit schade (hemolyse) aan het bloed veroorzaken. Dit kan
onnauwkeurige resultaten veroorzaken.
C en 35 C.
º º

. Het meetapparaat AAN en UIT zetten

Volg deze stappen om het meetapparaat AAN of UIT te zetten.
NB: De INRatio2 wordt inclusief de batterijen geleverd, maar u moet de batterijen eerst
installeren voordat u het meetapparaat kun inschakelen. Zie Installeren/vervangen van
batterijen (hoofdstuk 13) voor het installeren van de batterijen.
Het meetapparaat AANzetten
U hebt 2 opties om het meetapparaat AAN te zetten:
1. Houd de -knop ingedrukt totdat het meetapparaat aangaat.
2. Breng een nieuwe teststrip in als u klaar bent voor het uitvoeren van een test.
In beide gevallen voert het Het meetapparaat maakt
meetapparaat automatisch zich vervolgens in een paar
een zelftest uit waarbij alle seconden klaar voor het
symbolen op het scherm testen.
verschijnen.
NB: Het symbool Lage temperatuur (
) of Hoge temperatuur (
scherm als de omgevingstemperatuur zich buiten het werkbereik van het meetapparaat be-
vindt. Als u een bericht "LO" of "HI" krijgt, verplaatst u het meetapparaat naar een locatie die
zich binnen het temperatuursbereik bevindt en begint u opnieuw. U kunt geen test uitvoeren
totdat de omgevingstemperatuur zich binnen het werkbereik van het meetapparaat bevindt.
NL
11
Het meetapparaat vraagt
vervolgens om een teststrip
in te brengen of om de
stripcode te bevestigen,
als u een teststrip hebt
ingebracht om het
meetapparaat aan te
schakelen.
) verschijnt op het