LET OP: Zorg ervoor dat de code op het scherm overeenkomt met de
stripcode op de teststripverpakking. Nalaten dit te doen kan
onnauwkeurige resultaten opleveren.
NB: Als u een ongeldige stripcode hebt ingevoerd, verschijnt
het symbool LET OP (
opnieuw in, beginnend met het eerste cijfer of letter dat
knippert.
4. Wacht totdat het meetapparaat is opgewarmd
Het meetapparaat telt gedurende een paar seconden af en
toont het temperatuursymboo ( ) tijdens het opwarmen van
NL
de teststrip.
200
Zodra het meetapparaat klaar is om een test uit te voeren,
vraagt het meetapparaat op het scherm om het bloedmonster
aan te brengen.
5. Verzamelen van een bloedmonster door middel van een vingerprik
Raadpleeg de Instructies voor verzamelen van een bloedmonster door middel van een
vingerprik (hoofdstuk 9) om een test uit te voeren.
6. Breng het bloedmonster aan op de
bloedopbrengplaats op de teststrip
Zorg ervoor dat u het bloedmonster rechtstreeks op het groene
lichtje aanbrengt. Beweeg het meetapparaat of uw vinger NIET
terwijl u het bloedmonster aanbrengt.
Als u een bloedmonster hebt aangebracht voordat het
meetapparaat klaar was, knippert het symbool LET OP (
het scherm. Verwijder de teststrip. Voeg GEEN extra bloed toe
aan de teststrip. Ga terug naar stap 2 en test opnieuw met een
nieuwe teststrip.
) onder de code. Voer de juiste code
) op
7. Wacht totdat het meetapparaat piept. Het telt
gedurende een paar seconden af terwijl de test
wordt uitgevoerd
Als het meetapparaat niet piept en aftelt, betekent dit dat er niet
voldoende bloed is aangebracht. Voeg GEEN extra bloed toe aan
de teststrip. Verwijder de teststrip. Ga vervolgens terug naar stap
2 en test opnieuw met een nieuwe teststrip.
Uw testresultaat verschijnt op het scherm met de datum en tijd.
Testresultaten worden automatisch opgeslagen in het geheugen
met de datum en tijd van de test. Raadpleeg Bekijken van vorige
resultaten in geheugen (hoofdstuk 10) om vorige resultaten te
bekijken.
(Voorbeeld van
INR-modusresultaat)
LET OP: Onverwachte resultaten
Een onverwacht resultaat kan een resultaat zijn dat buiten de
therapeutische streefwaarde valt, of een resultaat zijn dat binnen de
streefwaarde valt maar niet klopt met uw gezondheidstoestand
(bijvoorbeeld symptomen zoals bloedingen of blauwe plekken).
Onverwachte resultaten kunnen veroorzaakt worden door:
1. Een hematocriet (percentage rode bloedcellen aanwezig in het bloed ) dat hoger of
lager is dan het gevalideerde werkbereik van het INRatio2-systeem kan een onnauwkeurig
resultaat tot gevolg hebben. Raadpleeg de bijsluiter in de teststripverpakking voor meer
informatie. Verificatie van uw hematocriet met uw arts/trombosedienst helpt de
betrouwbaarheid van de met het INRatio2-systeem verkregen resultaten verzekeren.
2. Lupus of antifosfolipidensyndroom (APS, antiphospholipid antibody syndrome) kan de
INR-waarde kunstmatig verlengen. Testen met een APS-ongevoelige
laboratoriummethode zijn aanbevolen.
3. Bepaalde geneesmiddelen met of zonder recept (bijv. Heparine en antibiotica - Raadpleeg
de bijsluiter in de teststripverpakking voor meer informatie) kunnen de
werking van orale antistollingsmiddelen en de INR-waarde beïnvloeden.
NL
201