Herunterladen Diese Seite drucken

HemoSense INRatio2 PT Benutzerhandbuch Seite 109

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 19
VERLEENT GEEN ANDERE GARANTIES EN SLUIT UITDRUKKELIJK ALLE IMPLICIETE GARANTIES
VAN VERKOOPBAARHEID, NIET-INBREUK OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL UIT.
De enige door de gebruiker te onderhouden onderdelen van het meetapparaat zijn de
batterij en de batterijklep. Deze garantie is niet van toepassing indien u met enig ander deel
van het meetapparaat knoeit, het meetapparaat misbruikt of het op een wijze gebruikt die
niet overeenkomt met de gebruikershandleiding. Deze garantie is niet van toepassing op
een onderdeel dat beschadigd werd door onjuiste opslag of ongeval of dat werd gewijzigd,
misbruikt, verkeerd gebruikt of waarmee geknoeid werd. Voordat u enige defecte onderdelen
retourneert, moet u een "autorisatienummer om materiaal te retourneren" en instructies van
de technische ondersteuning van HemoSense krijgen door +1-877-436-6444 te bellen.
DE AANSPRAKELIJKHEID VAN HEMOSENSE IN VERBAND MET HET MEETAPPARAAT, ONGEACHT
DE WETTELIJKE OF GELDIGE BASIS VAN ENIGE CLAIM, IS BEPERKT TOT DE AANKOOPPRIJS
NL
VAN HET MEETAPPARAAT. IN GEEN GEVAL ZAL HEMOSENSE AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR
21
ENIGE BIJKOMENDE, INDIRECTE, SPECIALE, GEVOLG- OF AANVULLENDE SCHADE OF VERLIES,
OF SCHADEVERGOEDING DIE OP ENIGE MANIER VERBONDEN IS MET HET MEETAPPARAAT,
OF CLAIMS VAN DERDEN, ZELFS ALS HEMOSENSE OF HAAR DISTRIBUTEURS ZICH BEWUST
IS/ZIJN VAN DE MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE CLAIM OF SCHADEVERGOEDING EN
NIETTEGENSTAANDE HET ESSENTIËLE DOEL VAN ENIG REDRES.
1. Woordenlijst van termen
Bloedopbrengplaats: de ronde opening
op de teststrip waar het bloedmonster wordt
aangebracht.
Capillair bloed: bloed van de kleinste
bloedvaten van het lichaam - gewoonlijk
verkregen via een vingerprik.
Datapoort: de poort linksboven aan de
achterzijde van het meetapparaat voor
aansluiting op een computer.
Elektroden: het deel van de teststrip dat
een elektrische stroom genereert die wordt
belemmerd door het bloedmonster nadat het
met stollingsreagentia werd gemengd.
(alfabetisch vermeld)
Hangende druppel: een druppel bloed
die gevormd wordt na een vingerprik en groot
genoeg is om aan de vingertop te blijven
hangen. Met een hangende druppel wordt
verzekerd dat er voldoende bloed (ten minste
15μL) wordt aangebracht.
Hematocriet: het in het bloed aanwezige
percentage rode bloedcellen.
Hemoglobine: het zuurstof bevattende
deel en voornaamste eiwit in de rode
bloedcellen.
Hemolyse: de beschadiging van rode
bloedcellen leidt tot de vrijgave van
hemoglobine uit de rode bloedcellen in
plasma. Alcohol op de punctieplek vóór een
vingerprik kan leiden tot hemolyse.
Hemolyse dient te worden vermeden
aangezien dit de resultaten van de
protrombinetijd (PT) test kan beïnvloeden.
Heparine: een medicatie genomen via
injectie die wordt gebruikt om de
vorming van bloedstolsels te voorkomen
door trombine te inactiveren.
Indicatielichtje: het groene lichtje op
de teststripgeleider van het meetapparaat
dat zich direct onder de bloedopbrengplaats
van een ingebrachte teststrip bevindt. Dit
lichtje helpt gebruikers te bepalen waar het
bloedmonster op een teststrip moet worden
gebracht.
Impedantie: weerstand van het
bloedmonster dat reageert met de door
de elektroden voortgebrachte elektrische
stroom. De INRatio2 meet de verandering
in impedantie in het bloedmonster om de
protrombinetijd (PT) te berekenen.
International Normalized Ratio
(INR): genormaliseerde eenheid om de
protrombinetijd (PT) uit te drukken, die
rekening houdt met de gevoeligheid van de
in diverse methoden gebruikte
tromboplastines (reagentia). INR-resultaten
zijn vergelijkbaar voor de diverse
PT-meetsystemen.
Interstitiële vloeistof: vloeistof tussen
de cellen in het lichaam.
In vitro diagnose: een diagnostische test
uitgevoerd buiten het lichaam.
Kwaliteitscontrole (QC): de test die
wordt gedaan om aan te tonen dat het
systeem (meetapparaat en teststrip) goed
werkt en betrouwbare resultaten geeft.
Lancet: een puntig instrument gebruikt om
kleine incisies of een vingerprik te maken om
de bloeddruppel op te genereren die wordt
gebruikt om een PT-test uit te voeren.
Oraal antistollingsmiddel: elk oraal
geneesmiddel (bijv., Coumadin®)
gebruikt om de vorming van bloedstolsels te
voorkomen.
Plasma: bloedvloeistof
Protrombinetijd (PT): elke test die de
stollingstijd van plasma meet. De INRatio2
meet de PT-tijd met gebruik van een capillair
bloedmonster.
Reagens: een stof in de teststrip die wordt
gemengd met het bloedmonster.
Stripcode: code ingevoerd in en gebruikt
door de INRatio2 die overeenkomt met de
code geïdentificeerd op de verpakking van de
teststrip. Deze stripcode moet
overeenkomen met elke nieuwe set
teststrips voor nauwkeurige resultaten.
NL
21

Werbung

loading