Stihl iMOW 3.0 Gebrauchsanleitung Seite 231

13 Bluetooth®-interface sluiten
de maairobot en van het dockingstation worden
gedeactiveerd.
► Als de "Toegangsfuncties" in de "MY iMOW
app zijn geactiveerd: deactiveer de "Toe‐
gangsfuncties".
Druk achtereenvolgens op de volgende toetsen‐
combinatie:
► Druk op „STOP" (3).
De maairobot wordt gestopt en geblokkeerd
► Druk op „STOP" (3) en houd de knop net
zolang ingedrukt totdat de lichtstrook (4) volle‐
dig rood brandt.
► Druk op „STOP" (3).
De lichtstrook (4) knippert twee keer. De ver‐
grendeling van de maairobot is geactiveerd.
► Druk op „STOP" (3) en houd de knop net
zolang ingedrukt totdat de lichtstrook (4) volle‐
dig rood brandt en ten slotte twee keer rood
knippert.
De modus "energie-efficiënt opladen" is geac‐
tiveerd. De accu van de maairobot wordt volle‐
dig opgeladen. Alle extra functies zijn gedeac‐
tiveerd.
Na het opladen moet de maairobot worden geac‐
tiveerd, zodat deze gereed is voor gebruik:
► Druk op de toets "Start" (5).
De maairobot is gereed voor gebruik.
13 Bluetooth®-interface slui‐
ten
13.1
Bluetooth
ren
De maairobot verzendt regelmatig een Blue‐
®
tooth -signaal om verbinding met een mobiel
eindapparaat te kunnen maken.
Om de maairobot te kunnen gebruiken, moet de
®
Bluetooth -interface met de app
®
"MY iMOW " met een wachtwoord worden
beveiligd.
► Download de app „MY iMOW
Store van het mobiele eindapparaat en maak
een account aan.
0458-074-9601-A
3
4
5
-interface configure‐
®
®
" in de App
► Voeg de maairobot aan het account toe.
► Volg de aanwijzingen op het display en bevei‐
lig de Bluetooth
woord.
Na het instellen van een wachtwoord is het
mobiele eindapparaat geautoriseerd voor de
besturing en configuratie van de maairobot.
Een ander mobiel eindapparaat kan alleen wor‐
den geautoriseerd door het gekozen wachtwoord
in te voeren. Op deze manier wordt de maairobot
tegen onbevoegde toegang beschermd.
14 Verlichtingspatroon op
®
"
maairobot en dockingsta‐
tion
14.1 Lichtstroken op de maairobot
De lichtstrook (1) geeft de status van de maai‐
robot en storingen aan.
Wit verlichtingspatroon:
– Maaien niet actief.
Groen verlichtingspatroon:
– Actieve maaiwerkzaamheden.
– De lichtstrook (1) laat de voortgang van het
maaien zien.
Rood verlichtingspatroon:
– De vergrendeling is actief.
– Storingsmelding.
Blauw verlichtingspatroon:
– De maairobot krijgt een systeemupdate.
14.2 Leds op het dockingstation
De led (1) geeft de status van het dockingsta‐
tion en storingen aan.
Nederlands
®
-interface met een wacht‐
1
1
231