8.8 Zaagdieptebegrenzing (afb. 3)
• Middels de schroef (24) kan de zaagdiepte traploos
ingesteld worden. Hiertoe moet de borgmoer (24a)
op de schroef (24) worden losgemaakt. De gewens-
te zaagdiepte door het indraaien of uitdraaien van
de schroef (24) instellen. Aansluitend de borgmoer
(24a) weer op de schroef (24) vastmaken.
• Controleer de instelling aan de hand van een test-
snede.
8.9 Vervangen van het zaagblad (afb. 1/2/3/9/10)
Netstekker loskoppelen!
Let op!
Draag veiligheidshandschoenen bij het wisselen
van het zaagblad! Gevaar voor letsel!
• De machinekop (4) naar boven zwenken en met de
borgbout (25) vastzetten.
• Klap de zaagbladbescherming (5) zover omhoog dat
de zaagbladbescherming (5) zich boven de flens-
bout (29) bevindt.
• Zet met de ene hand de binnenzeskant- of inbus-
sleutel (C) op de flensbout (29).
• Inbussleutel (C) vasthouden en de zaagbladbe-
scherming (5) langzaam sluiten, tot deze tegen de
inbussleutel (C) aan staat.
• Zaagasblokkering (32) goed aandrukken en de
flensbout (29) langzaam rechtsom draaien. Na max.
een omwenteling wordt de zaagasblokkering (32)
vergrendeld.
• Nu met iets meer kracht de flensbout (29) rechtsom
draaien.
• Flensbout (29) volledig er uit draaien en de buiten-
flens (30) wegnemen.
• Het zaagblad (6) van de binnenflens wegnemen en
omlaag wegtrekken.
• Flensbout (29), buitenflens (30) en binnenflens zorg-
vuldig reinigen.
• Het nieuwe zaagblad (6) in de omgekeerde volgorde
weer terugplaatsen en aandraaien.
• Let op! De versteksnede van de tanden, dit betekent
de draairichting van het zaagblad (6) moet overeen-
komen met de richting van de pijl op de behuizing.
• Controleer voor het vervolgen van de werkzaamhe-
den de werking van de veiligheidsvoorzieningen.
• Let op! Controleer na elke vervanging van het zaag-
blad, of het zaagblad (6) in verticale positie alsook
op 45° is gekanteld, vrij in het tafelinzetstuk (10)
loopt.
• Let op! Het vervangen en uitlijnen van de zaagbla-
den (6) moet conform de voorschriften worden uit-
gevoerd.
90 | NL
Vervangen van de laserbatterijen (afb. 11)
• Verwijder de batterijdeksel (34). Verwijder de 2 ac-
cu's.
• Vervang beide batterijen door dezelfde batterijen of
een gelijkwaardig type. Let erop dat ze in dezelfde
polariteitsrichting worden geplaatst als de oude bat-
terijen.
• Sluit het batterijdeksel.
Laser in- en uitschakelen (afb. 11)
Inschakelen:Aan/uit-schakelaar (33) laser in positie
"1" verplaatsen. Op het te bewerken werkstuk wordt
een laserlijn geprojecteerd die precies de plaats van
de zaagsnede aangeeft.
Uitschakelen:Aan/uit-schakelaar laser in positie "0"
verplaatsen.
8.12 Afstellen van de laser (afb. 12)
Als de laser (35) niet meer de juiste zaaglijn aangeeft,
kan deze worden bijgesteld. Open hiertoe de schroe-
ven (36) en stel de laser in door deze zijwaarts te ver-
schuiven zodat de laserstraal de snijtanden van het
zaagblad (6) raakt.
8.13 Bediening van de werkstukklem (afb. 1/2)
• Door het verstellen van de vastzetschroef (16) kan
de werkstukklem (15) in de hoogte worden versteld.
• Laat de werkstukklem op het werkstuk zakken.
• Haal de vastzetschroef (16) goed aan.
• Draai de klemgreep (38) rechtsom om het werkstuk
vast te klemmen.
• Om het werkstuk los te maken, gaat u in omgekeer-
de volgorde te werk.
9.
Transport (afb. 13)
• Trek de vastzetschroef (7) vast om de draaitafel (13)
te vergrendelen.
• De machinekop (4) omlaag drukken en met de borg-
bout (25) vastzetten. De zaag is nu in de onderste
positie vergrendeld.
• De machine aan de transportgreep (37) dragen.
• Voor de hermontage van de machine, zoals onder
hoofdstuk 8 - 9 beschreven procedure.
www.scheppach.com