36
Motor
37
Aan/uit-schakelaar
38
Netadapter 1,8m
39
Stopcontact 250V
40
Bescherming tegen overbelasting
41
Enkele draad 250V 270mm
42
Aardedraad 250V 300mm
43
Schroef M8*50
44
Schroef 4.2*16
45
Schroef 4.0*30
46
Schroef 4.2*16
47
Schroef M8*25
48
Schroef 4.2*16
49
Schroef 4.2*25
50
Schroef M6*35
51
Schroef M6*25
52
Schroef M8*40
53
Schroef M6*35
54
Schroef M8*12
55
Sluitring Φ9* Φ16*t1.5
56
Wasmachine D8
57
Wig Φ5.2* Φ10*t1
58
Schroef 3.5*10
59
Moer M6 S10
60
Schijf Φ10.5* Φ20*t2.00
61
Signaaldraad
62
Lijmstroken 1115mm
63
Moersleutel S6 / 80*80mm
MONTAGEHANDLEIDING (→ Zie pagina 3)
OPGELET! Volg de onderstaande stappen tijdens de montage en
gebruik het gereedschap dat bij het product is geleverd.
Zorg voor voldoende vrije ruimte om het apparaat te monteren.
Vanwege het hoge gewicht van sommige elementen wordt
aangeraden dat twee personen de montage voltooien.
INSTRUCTIES VOOR MONTAGE EN DEMONTAGE (→ Zie pagina 6)
HET APPARAAT MONTEREN
LET OP! Controleer voor het monteren zorgvuldig of alle bouten
goed vastzitten en haal de stekker uit het stopcontact..
LET OP! Bij het monteren let op uw handen en vingers , zodat deze
niet bekneld raken.
Zet de computer en loopbandkolommen in elkaar met behulp van de
knoppen. Zet de ingeklapte eenheid rechtop zoals afgebeeld. Houd de
loopband vast, trek de steun naar achteren en laat hem op de grond
zakken.
HET APPARAAT DEMONTEREN
LET OP! Zorg ervoor dat er zich geen derden of dieren in de
onmiddellijke nabijheid bevinden wanneer u de band van de
loopband laat zakken.
Terwijl u de lopende band vasthoudt, tilt u de steun op en laat u de
machine vervolgens langzaam zakken zodat de lopende band
horizontaal staat.
Plaats de loopbandkolommen en vervolgens de computer met behulp
van de draaiknoppen - herhaal stap 1 en 2.
AANPASSINGEN
Waterpas zetten van het apparaat
Zet het apparaat waterpas door de stelvoetjes aan de voor- en
achterkant los of vast te draaien.
COMPUTERHANDLEIDING
START/STOP
Binnen 5 seconden na het indrukken van de START/STOP-knop
begint het apparaat te werken.
1
ENERGIEBESPARENDE FUNCTIE
1
De loopbandcomputer schakelt automatisch over naar de
1
energiespaarstand als er binnen 10 minuten geen activiteit
1
plaatsvindt. Druk op een willekeurige toets om het systeem te
1
hervatten.
2
1
NOODSTOP
OPMERKING: De veiligheidssleutel moet tijdens elke training aan
3
uw kleding bevestigd zijn.
28
4
Deze mag alleen worden gebruikt in noodsituaties en niet als een
17
normale stopknop.
2
Een verkeerd geplaatste veiligheidssleutel voorkomt dat de
12
loopband start. Controleer voordat u de loopband gebruikt of het
7
systeem correct werkt. Verwijder de veiligheidssleutel door aan het
4
koordje te trekken. Wanneer de sleutel verwijderd wordt, zal de
4
loopband stoppen met een vertraging die te wijten is aan de
4
loopsnelheid. De stop wordt gesignaleerd door een kort geluidsalarm.
2
Alle vensters op het scherm geven "---" weer.
2
Wanneer de beveiligingssleutel opnieuw wordt aangesloten, wordt
4
het apparaat gereset.
4
PROGRAMMA'S
1
1
De computer is uitgerust met 3 gebruikersprogramma's voor
2
handmatige instelling, 12 automatische programma's opgeslagen in
2
het geheugen, 3 aftelfuncties (tijd, calorieën, afstand) en een functie
1
voor het meten van lichaamsvet.
4
1
BESCHRIJVING VAN DE KNOPPEN
•
START - wordt gebruikt om de loopband te starten in de
handmatige modus of het geselecteerde programma.
•
STOP - wordt gebruikt om de loopband te stoppen. Wanneer
hierop wordt gedrukt, worden ook de instellingen gereset. Na
het herstarten start het apparaat in de handmatige modus.
•
PROGRAM (PROG) - gebruikt om het automatische
trainingsprogramma (P1 - P12), gebruikersprogramma (U1-U3)
of lichaamsvetfunctie te selecteren voordat de loopband wordt
gestart.
•
MODE - hiermee kunt u de aftelmodus selecteren: tijd, afstand
of calorieën.
•
Met de knoppen SPEED +/- - kunt u de snelheid tijdens de
training aanpassen (verhogen en verlagen) in stappen van 0,1
km/u. De knoppen bevinden zich op de computerconsole en
op de handrails.
•
SNELHEID SELECTIE TOETSEN - maakt directe selectie van
snelheid mogelijk (3, 6, 9, 12 km/u) tijdens de training.
FUNCTIES (SPECIFICATIE)
SPEED
Geeft de huidige snelheid weer.
TIME
Telt de totale oefentijd van begin
tot eind.
CALORIES
Telt het totale aantal verbrande
calorieën van begin tot eind van de
training.
(De meting is bij benadering om
verschillende trainingssessies te
vergelijken, maar kan niet worden
gebruikt voor behandeling).
DISTANCE
Telt de totale afstand van het
begin tot het einde van de
oefening.
PULSE
Geeft de huidige puls weer.
ATTENTIE! Hartslagmeting alleen
voor sportdoeleinden (medisch
gebruik uitgesloten).
FUNCTIE VOOR HARTSLAGMETING
Houd na het starten van de loopband beide handen op de
polssensoren. Na 30 seconden verschijnt de huidige hartslag op het
0,8-16 km/h
00:00-99:59
min
0,0-999 kcal
0,0-99,9 km
50-200 BPM
106