Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
29
steek het geassembleerde
gereedschap afb. 23 met de
juiste verlenging (B) afb. 22 op
de schroef (A) afb. 22 van het
manoeuvreersysteem van de
reservewielbehuizing, en draai
hem met de klok mee zodat het
reservewiel omhoog kan komen
totdat het volledig in de behuizing
onder de vloer zit. Controleer
of de inkeping op het systeem
tevoorschijn is gekomen in het
venster op de haak (D) afb. 23
controleer de plaatsing van het
vervangen wiel op de bodemplaat
is geplaatst (het hefsysteem is
voorzien van een vangkoppeling
die fungeert als eindaanslag).
Onjuiste plaatsing kan de veiligheid
in gevaar brengen
doe de gereedschappen terug in
het opbergvak/gereedschapstas
24
plaats de gereedschapstas/-
ruimte in zijn behuizing onder de
passagiersstoel
39) 40)
OPGELET
29) Gebruik de alarmknipperlichten, de
gevarendriehoek, enz., om te signaleren
F1A0385
dat uw voertuig stilstaat. Alle inzittenden
moeten het voertuig verlaten, vooral als
het zwaar beladen is, en uit de buurt van
gevaarlijk verkeer wachten tot het wiel
is verwisseld. Activeer de parkeerrem.
Indien er een wiel verwisseld moet
worden op een helling of een onverharde
weg, leg dan iets onder de wielen om ze
te blokkeren.
30) Het reservewiel (voor bepaalde
versies/markten) is specifiek voor
het voertuig waarbij het geleverd
wordt. Gebruik het daarom niet voor
andere modellen. Monteer ook geen
reservewielen van andere modellen op
uw voertuig. De wielbouten zijn specifiek
voor uw voertuig: monteer ze niet op
andere modellen en monteer ook geen
wielbouten van andere modellen op uw
voertuig.
31) Zorg dat het verwisselde wiel zo
snel mogelijk wordt gerepareerd en
gemonteerd. Smeer de schroefdraad
van de wielbouten niet met vet voordat
ze gemonteerd worden: hierdoor kunnen
ze losraken.
32) Gebruik de krik uitsluitend voor het
verwisselen van een wiel van het voertuig
waarbij de krik geleverd is of voor
voertuigen van hetzelfde model. Gebruik
de krik niet voor andere doeleinden,
zoals het opkrikken van andere
modellen voertuig. Gebruik de krik nooit
om reparaties onder het voertuig te
verrichten. Door een verkeerde plaatsing
van de krik, kan het voertuig van de krik
vallen. Gebruik de krik niet voor lasten
die zwaarder zijn dan wordt aangegeven
op het plaatje op de krik.
33) Voer nooit werkzaamheden aan
het ventiel uit. Steek nooit enig soort
gereedschap tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de spanning van
zowel de banden als het reservewiel, zie
de spanningswaarden aangegeven in
hoofdstuk "Technische gegevens" van
het Instructieboek.
34) Afgezien van de bijgeleverde slinger
mag geen enkel ander gereedschap op
het hefmechanisme van het reservewiel
gebruikt worden. De slinger mag alleen
handmatig bediend worden.
35) Op uitvoeringen uitgevoerd met
automatische niveauregeling van de
luchtvering, mogen het hoofd of de
handen nooit in de wielkuip gestoken
worden. Het voertuig zou namelijk
automatisch omhoog of omlaag
verplaatst kunnen worden, afhankelijk
van mogelijke veranderingen van de
belasting of de temperatuur.
Werbung
