Fiat DUCATO 2022 Kurzanleitung Seite 217

Uitschakeling
Houd de linker hendel gedurende
een paar seconden op de stand voor
grootlichtsignaal.
GROOTLICHT
Duw, bij ring op stand de
linkerhendel vooruit. Op het
instrumentenpaneel gaat het
waarschuwingslampje branden.
Trek de hendel naar u toe om het
grootlicht uit te schakelen.
GROOTLICHTSIGNAAL
Trek aan de linkerhendel (niet-stabiele
stand). Op het instrumentenpaneel
gaat het waarschuwingslampje
branden.
RICHTINGAANWIJZERS
Verplaats de linkerhendel naar de
stabiele stand:
 omhoog: schakelt de rechter
richtingaanwijzer in
 omlaag: schakelt de linker
richtingaanwijzer in
Op het instrumentenpaneel zal het
waarschuwingslampje of
knipperen.
FUNCTIE VERWISSELEN
VAN RIJBAAN
Als u wenst te signaleren dat u
van rijstrook verandert, plaats de
linkerhendel dan minder een halve
seconde in de onstabiele stand. De
richtingaanwijzer aan de gekozen zijde
knippert 5 keer en wordt vervolgens
automatisch uitgeschakeld.
INSTAPVERLICHTING
Bij startinrichting op de stand
STOP kunnen de stadslichten en
de kentekenverlichting worden
ingeschakeld voor een periode
van 30, 60 of 90 seconden. Deze
functie kan worden ingesteld in
het menu van het display, of in het
Uconnect™-systeem.
VERSTELLING
KOPLAMPEN
Neem voor de controle en verstelling
van de richting van de koplampen
contact op met een dealer van het Fiat
Servicenetwerk.
Druk, bij startinrichting op MAR en
ingeschakeld dimlicht, op de knoppen
en op het paneel onderaan het
dashboard aan de bestuurderszijde.
OPGELET
6) De dagrijverlichting is een alternatief
voor het dimlicht in landen waarin het
verplicht is om de lichten overdag in te
schakelen; daar waar dit niet verplicht
is, is het gebruik van de dagrijverlichting
toegestaan.
7) De dagrijlichten mogen het dimlicht
niet vervangen tijdens het rijden in het
donker of in tunnels. Het gebruik van
de dagrijlichten wordt geregeld door de
verkeerswetgeving van het land waar u
rijdt. Neem de wettelijke voorschriften in
acht.
HELP-OPROEP
Het voertuig is uitgerust met on-board
ondersteunende functies ontworpen
om hulp te bieden in geval van een
ongeval en/of nood (HELP). Ze
worden beheerd via de Uconnect Box.
De HELP-functie wordt geactiveerd:
 automatisch, wanneer het systeem
op het voertuig een ernstige
botsing registreert
 handmatig, door op de knop
HELP op de plafondverlichting te
drukken (voor bepaalde versies/
markten) of door middel van het
betreffende menu op het systeem
Uconnect™
15