Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
TPMS (Tyre
Pressure
Monitoring
System -
bandenspanningscontrolesysteem)
20) 21) 22) 23) 24) 25) 26) 27) 28)
Het bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS - Tyre Pressure Monitoring
System) meldt aan de bestuurder een
lage bandenspanning op basis van de
koude bandenspanning die voor het
voertuig is voorgeschreven.
Veranderingen van de
buitentemperatuur kunnen wijzigingen
van de bandenspanning veroorzaken.
Dit betekent dat een afname van de
buitentemperatuur overeenkomt met
een afname van de bandenspanning.
De bandenspanning moet altijd op
basis van de koude bandenspanning
worden afgesteld. De bandenspanning
in koude toestand is de spanning van
de band na minstens drie uur stilstand
van het voertuig of een rit korter dan
1,6 km na een pauze van drie uur.
De bandenspanning in koude
toestand mag niet de maximale
waarde, aangegeven op de zijkant van
de band, overschrijden.
De bandenspanning neemt ook toe
tijdens het rijden met het voertuig; dit
is normaal en vereist geen aanpassing
van de bandenspanning.
Het TPMS blijft de bestuurder een lage
bandenspanning melden totdat deze
gecorrigeerd wordt; de waarschuwing
gaat door totdat de spanning
overeenkomt of hoger is dan de voor
de koude banden voorgeschreven
spanning.
Dus als een ontoereikende
bandenspanning wordt gesignaleerd
(waarschuwingslampje
op
instrumentenpaneel brandt), moet de
bandenspanning worden hersteld naar
de voorgeschreven bandenspanning
in koude toestand.
Na de automatische bijwerking van het
systeem zal het waarschuwingslampje
bandenspanning uit gaan. Als het
voertuig gedurende ten minste
20 minuten was gestopt bij
uitgeschakelde motor, kan het nodig
zijn om gedurende 20 minuten met
een snelheid boven de 20 km/uur te
rijden om ervoor te zorgen dat het
TPMS deze informatie ontvangt.
OPMERKING Het TPMS is niet
bedoeld als vervanging het normale
onderhoud van de banden, noch
voor het melden van andere
problemen van de banden. Het
TPMS mag niet gebruikt worden als
bandenspanningsmeter tijdens het
herstellen van de bandenspanning.
OPGELET
20) Het TPMS is geoptimaliseerd voor de
originele banden en wielen die geleverd zijn.
De spanningen en waarschuwingen van het
TPMS zijn afgestemd op de maat banden
die op het voertuig zijn gemonteerd. Het
gebruik van apparatuur met een andere
afmeting, van een ander type of soort,
kan een onregelmatige werking van het
systeem of de beschadiging van de sensor
veroorzaken. Niet-originele reservebanden
kunnen de sensor beschadigen. Gebruik
geen afdichtingsmiddel voor banden of
balansloodjes als het voertuig met TPMS
is uitgerust, aangezien deze de sensoren
kunnen beschadigen.
21) Als het systeem een afname van
de spanning van een bepaalde band
signaleert, wordt aangeraden om de
spanning van alle vier de banden te
controleren.
22) Het TPMS-systeem ontheft de
bestuurder niet van de verplichting
om de bandenspanning maandelijks
te controleren; het systeem moet niet
gezien worden als een vervanging
voor het onderhoud of als een
veiligheidssysteem.
23) De bandenspanning moet bij koude
banden gecontroleerd worden. Als het
om welke reden dan ook noodzakelijk
is om de bandenspanning in warme
toestand te controleren, dan mag de
spanning niet verminderd worden als de
waarde hoger blijkt dan voorgeschreven,
maar moet de controle worden herhaald
in koude toestand.
19
Werbung
