Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Startpunten Instellen - Viking iMow MI 632 Gebrauchsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
In combinatie met een extern
dockingstation moet voor een
verplaatste rit naar het begin een
apart verkrijgbaar toebehoren
(AED 600) worden gebruikt.
Voor nadere informatie verwijzen
wij u naar uw VIKING dealer.
De verplaatste rit naar het begin
kan alleen worden ingeschakeld,
als de begrenzingsdraad op smalle
plaatsen met een afstand van meer
dan 2 m is geïnstalleerd. In het
maaivlak mogen geen doorgangen
geïnstalleerd zijn.
2. Nieuwe installatie:
De installatiewizard wordt opnieuw
gestart, het bestaande maaischema
wordt gewist. (
9.4)
3. Startpunten:
De robotmaaier begint het maaien
bij het dockingstation
(standaardinstelling) of bij een startpunt.
Startpunten moeten worden gedefinieerd,
– als deelzones gericht moeten worden
behandeld, omdat ze onvoldoende
worden bewerkt,
– als zones alleen via een doorgang
bereikbaar zijn. Leg in deze deelzones
minstens één startpunt vast.
MI 632 C, MI 632 PC:
Aan de startpunten kan een radius
worden toegewezen. De robotmaaier
maait wanneer hij bij het betreffende
startpunt begint te maaien altijd eerst
binnen het cirkelvormige gebied rondom
het startpunt. Pas wanneer hij deze
deelzone heeft bewerkt, wordt de
maaibeurt voortgezet in de rest van het
maaivlak.
● Startpunten instellen (
296
4. Rand testen:
Proefrit ter controle van een goede
draadligging starten.
De stap "Installatie controleren" van de
installatiewizard wordt opgevraagd.
(
9.9)
Als controle van de correcte
bedrading rond een verboden zone,
de robotmaaier met de voorzijde in
de richting van de verboden zone in
het maaivlak plaatsen en
testverloop starten.
MI 632 C, MI 632 PC:
Tijdens het afrijden van de rand
wordt het beginbereik van de
robotmaaier gedefinieerd. Een
reeds opgeslagen beginbereik
wordt desgewenst uitgebreid.
(
5. Randmaaien:
Frequentie van het randmaaien
vastleggen.
Nooit – standaardinstelling
Eén keer – de rand wordt een keer per
week gemaaid.
Twee keer – de rand wordt twee keer per
week gemaaid.
6. Aanpalende gazons:
Aanpalende gazons vrijgeven.
Inactief – standaardinstelling
Actief – instelling, als er op aanpalende
gazons moet worden gemaaid. Bij de
commando's "Maaien starten" en "Maaien
met vertraagde start" moet het maaivlak
(hoofdgazon/aanpalend gazon) worden
geselecteerd. (

11.15 Startpunten instellen

Om in te stellen
11.15)
● startpunten aanleren
14.5)
15.5)
of
● gewenst startpunt selecteren en
handmatig definiëren.
Startpunten aanleren:
Na het indrukken van de OK-toets
start de robotmaaier een oefenrit
langs de begrenzingsdraad. Als de
robotmaaier niet is aangedokt, rijdt deze
eerst naar het dockingstation. Alle
bestaande startpunten worden gewist.
MI 632 C, MI 632 PC:
Tijdens het aanleren wordt het
beginbereik van de robotmaaier
gedefinieerd. Een reeds
opgeslagen beginbereik wordt
desgewenst uitgebreid. (
Onderweg kunnen er door het indrukken
van de OK-toets maximaal 4 startpunten
worden vastgelegd.
Aanleerpocedure onderbreken:
Handmatig – door op de STOP-toets te
drukken.
Automatisch – door hindernissen aan de
rand van het maaivlak.
● Als het aanleren automatisch is
onderbroken, corrigeer dan de positie
van de begrenzingsdraad of verwijder
de hindernissen.
● Controleer vóór het verder aanleren de
positie van de robotmaaier. Het
apparaat moet op de begrenzingsdraad
of binnen het maaivlak met de voorkant
richting begrenzingsdraad staan.
Aanleerpocedure beëindigen:
Handmatig – na een onderbreking.
Automatisch – na het aandokken.
De nieuwe startpunten worden na
bevestiging met OK opgeslagen.
Startfrequentie:
Met de startfrequentie wordt gedefinieerd
hoe vaak een maaibeurt bij een startpunt
0478 131 9931 B - NL
14.5)

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Diese Anleitung auch für:

Imow mi 632 cImow mi 632 pImow mi 632 pc

Inhaltsverzeichnis