Eindloop; Tussenposities - V2 HEAVY2 series Bedienungsanleitung

16 - EINDLOOP

Voor de correcte werking van de besturingseenheid moeten
twee eindschakelaars met normaal gesloten contact aangesloten
worden die de loop van de deur bij openen en sluiten zullen
begrenzen.
Verbind de eindschakelaar van de openingsfase (FCA) tussen de
klemmen H2 en H5.
Verbind de eindschakelaar van de sluitingsfase (FCC) tussen de
klemmen H1 en H5.
H1H2 H3 H4 H5 H6 H7 H8 E1 E2 E3 E4 E5
FCC FCA
De stand van de eindschakelaars wordt tijdens de
aanleerprocedure van de loop vastgelegd en tijdens de normale
werking van de deur verwacht de besturingseenheid de
eindschakelaars in bepaalde posities waar te nemen.
m
Als in sommige situaties de deur de nuttige positie niet
bereikt om de eindschakelaar te activeren, is het mogelijk
een extra tijd te programmeren door de parameter
configureren: als de eindschakelaar niet ingrijpt, zal de deur verder
bewegen tot de ingestelde tijd vervalt.

17 - TUSSENPOSITIES

Sommige functies van de besturingseenheid worden in de
tussenposities van de deur geactiveerd.
De tussenposities kunnen o twee wijzen waargenomen worden:
• Extra schakelaars verbonden met de klemmen H3 en H4
• Programmering van enkele parameters die zich baseren op een
procent van de totale loop
1. Positie gedeeltelijke opening
De gedeeltelijke opening eindigt wanneer het contact tussen
de klemmen H4 en H5 open gat (de parameter
INTRM
2. Gemaskerde werking van de fotocel
Als de fotocel is ingeschakeld door het instellen van de
parameter
genegeerd wanneer het contact tussen de klemmen H3 en
te
T.ADD H5 is geopend (de parameter
instellen)
- 64 -
configureren).
H1H2 H3 H4 H5 H6 H7 H8 E1 E2 E3 E4 E5
of op
FOT1 FOT2 MASK
ENCO
H1H2 H3 H4 H5 H6 H7 H8 E1 E2 E3 E4 E5
a
Parameter DEFAULT =
ENCO
op
ENCO
wordt de fotocel
op of
INTRM EN.1C
(geen functie)
NO