De seriële interface is in de zin van de veiligheidsnor-
mering een apparaat-interface, niet
bedacht voor continue communicatie.
3.9 Het overdrachtsprotocol van de interfaces
Seriële interface: RS 232 of RS 485/RS 422
Data-bits :7
Pariteit: even
Stop-bits: 1
Protocol:SOH instrumentadressen STX data ETX BCC
Instrumentadressen: '0"0'..'9''9 instelbaar via de
bediening
BCC: Exclusief-of schakeling over alle data inclusief
ETX. Bij onjuiste BCC antwoordt de printer met NAK en
gaat naar de uitgangstoestand "wachten op SOH".
Voorbeeld:
ASCII: SOH 0 1
decimaal:1
48 49 2
BCC = 82 XOR 57 XOR 56 XOR 51 XOR 3 = 99
(ASCII: c)
Bij alle andere overdrachtsfouten, (bijv. pariteitfout,
protocolfout, enz.) gaat het instrument naar de
uitgangstoestand "wachten op SOH". De time-out tijd
bij ontvangst van twee tekens is 1 sec.
De printer werkt nu in de slave-modus, d.w.z. deze
verstuurt alleen gegevens na een commando van de
master. De slave antwoordt met zijn eigen adres.
De maximale lengte van de data is 41.
3 Montage/Inbedrijfname/Instellingen
STX R 9 8
3 ETX BCC
82 57 56 51 3
99
181