Let op de volgende symbolen:
Opmerking: Adviezen voor een betere inbedrijfname
Opgelet:
Niet aanhouden hiervan kan tot een defect
van het instrument of foutief functioneren
leiden!
Voorzichtig: Niet aanhouden van deze waarschuwing
kan tot persoonlijke verwonding leiden!
2. Juist gebruik / Veiligheidsinstructies
Deze serie instrumenten is bedoeld voor inbouw in pa-
nelen en schakelkasten. De instrumenten voldoen aan
de eisen conform: EN 61010-1/VDE 0411 deel I en
heeft de fabriek in goede toestand verlaten.
Een veilig gebruik is alleen gewaarborgd, als de
aanwijzingen uit de handleiding opgevolgd worden.
Veiligheidsinstructies
-
Het apparaat mag alleen in ingebouwde
toestand gebruikt worden.
-
De montage en aansluiting mogen alleen wor-
den uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
Zorg voor de benodigde aanrakingsveiligheid!
-
Vergelijk voor de inbedrijfname de aansluitspan-
ning met die welke is gespecificeerd
op de typeplaat.
-
Bij het instrument moet een voedingsonderbre-
king worden geïnstalleerd.
-
De verbinding tussen de aardaansluiting en de
aardkabel moet als eerste worden gelegd.
-
Neem aan de installatiezijde een netzekering
10 A op.
-
Als aangenomen kan worden dat het apparaat
niet meer veilig kan werken (bijv. beschadi-
ging), dan het apparaat uitschakelen.
-
Reparaties mogen alleen door geschoold vak-
personeel gedaan worden.
Tafelmodel:
De voedingssteker mag alleen in een geaarde
wandcontactdoos worden geplaatst.
Het effect hiervan mag niet door een verlengkabel
zonder aarde worden opgeheven.
Relaisuitgangen: U
2 Juist gebruik/Veiligheidsinstructies
= 30V
(AC) / 60V (DC)
max
eff
173