Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Ga voor het aanbrengen van reinigingsmiddel als
volgt te werk:
1. Plaats de aanzuigslang voor reinigingsmiddel (J) in
het reservoir met reinigingsmiddel.
2. Monteer de zwarte spuitmond.
LET OP U kunt geen reinigingsmiddel aanbrengen met de
hogedrukspuitmonden (wit, groen, geel of rood).
3. Breng het reinigingsmiddel aan op een droog
oppervlak. Ga met lange, gelijkmatige, elkaar
overlappende halen van onder naar boven.
4. Laat het reinigingsmiddel 'inweken' volgens de instructies
van de fabrikant, voordat u gaat wassen en afspoelen.
LET OP LET OPSpoel het aanzuigsysteem voor het
reinigingsmiddel na elk gebruik door. Plaats hiervoor de
aanzuigslang in een emmer met schoon water, en laat dan de
hogedrukreiniger 1 à 2 minuten lopen met de zwarte spuitmond.
Spuiten met de hogedrukreiniger
Voor schoonspuiten:
1. Verwijder de zwarte spuitmond van de spuitlans.
2. Kies een andere hogedrukspuitmond en monteer deze.
WAARSCHUWING! Door de terugslag van het
spuitpistool kunt u vallen, met de dood of ernstig
letsel tot gevolg. Bedien de hogedrukreiniger vanaf
een stabiele ondergrond. Wees uiterst voorzichtig als u de
hogedrukreiniger moet gebruiken vanaf een ladder, steiger
of soortgelijke constructie. Pak het spuitpistool met beide
handen stevig vast bij gebruik van de hogedrukspuit om
letsel door de terugslag van het spuitpistool te voorkomen.
3. Bespuit eerst een klein oppervlak en controleer het
oppervlak op beschadigingen. Wanneer er geen sprake
is van beschadiging, kunt u doorgaan met spuiten.
4. Begin bovenaan het schoon te spuiten oppervlak,
en werk van boven naar beneden, met net zulke
overlappende halen als bij het reinigen.
Automatisch afkoelsysteem (thermische
ontlasting)
Het water dat in de pomp circuleert kan temperaturen
van boven de 51°C (125°F) bereiken wanneer de
hogedrukreiniger 3-5 minuten werkt zonder dat de trekker op
het pistool wordt ingedrukt. Het systeem gaat dan de pomp
afkoelen door warm water op de grond te laten lopen.
Hogedrukreiniger stoppen
1. Laat de trekker van het spuitpistool los en laat de
motor nog twee minuten onbelast draaien.
2. Zet de gashendel in de stand LANGZAAM (
3. Draai de motorschakelaar naar de stand UIT (0).
4. Zet de brandstofhendel in de stand UIT (
5. Richt het spuitpistool ALTIJD in een veilige richting,
druk op de rode knop en knijp de trekker van het
spuitpistool in om hoge druk vrij te geven, bij elke keer
dat u de motor stopt.
WAARSCHUWING! Het spuitpistool houdt het
water onder hoge druk vast, zelfs wanneer de
motor is uitgezet en het water is afgesloten. Dit kan
leiden tot ernstig letsel. Laat de hogedrukslang aangesloten
zitten op de pomp en het spuitpistool zolang het systeem
onder druk staat. Richt het spuitpistool ALTIJD een veilige
kant op, druk de rode knop in en knijp in de trekker om de
hoge druk af te laten, telkens wanneer u de motor uitzet.
8
8
Na ieder gebruik
Er mag niet lang water in het apparaat blijven staan.
Sedimenten of mineralen kunnen zich afzetten op de
pomponderdelen en zo de pomp blokkeren. Volg na ieder
gebruik de volgende procedures:
1. Sluit de watertoevoer af en laat de motor afkoelen.
2. Koppel de slang los van het pistool en de pompuitlaat.
Laat het water uit de slang, spuitpistool en spuitlans
lopen.
3. Plaats de spuitdoppen en slang op de handgreep.
Plaats het spuitpistool en het verlengstuk voor de
spuitdop in het gaasframe.
4. Verwijder alle vloeistof uit de pomp door een keer of
zes aan het startkoord te trekken.
5. Berg het apparaat op in een schone en droge ruimte.
LET OP Voor opslag gedurende meer dan 30 dagen, zie
Opslag
.
explosies kan veroorzaken, met de dood of ernstig letsel
tot gevolg. Brandstof of apparatuur met brandstof in de
tank moeten uit de buurt van kachels, warmwaterketels of
andere toestellen met een waakvlam of andere
ontstekingsbronnen worden opgeslagen, omdat deze
apparaten brandstofdampen kunnen ontsteken.
Onderhoud
Onderhoudsschema
Volg de intervallen volgens gebruiksuren of kalender, wat het
eerst voorkomt. Er is vaker onderhoud nodig wanneer de motor
onder zware omstandigheden wordt gebruikt.
Na de eerste 5 uur
• Ververs motorolie
Om de 8 uur of dagelijks
• Verwijder vuil
• Controleer motoroliepeil
Elke 25 uur of jaarlijks
• Reinig de luchtreiniger en de voorreiniger van de motor
Elke 50 uur of jaarlijks
• Ververs motorolie
).
• Geef het uitlaatsysteem een servicebeurt
Jaarlijks
).
• Vervang bougie
• Vervang de luchtreiniger en voorreiniger van de motor
• Geef het brandstofsysteem een servicebeurt
• Geef het koelsysteem een servicebeurt
Vaker onderhouden onder stoffige omstandigheden.
1
WAARSCHUWING! Brandstof en
brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en
explosief, wat brandwonden, brand of
BRIGGSandSTRATTON.COM
BRIGGSandSTRATTON.COM
1
1
Werbung
