Tractel Travsafe Installations-, Gebrauchs- Und Wartungsanleitung Seite 26

verwijderen van de geleiders moet op een veilige
manier en plaats
valgevaar.
«BELANGRIJK»: De travsmart™-geleider is het
enige verbindingsmiddel van de operator met de
travsmart™-levenslijn.
NL
3.2. Plaatsing van de geleiders op de
levenslijn
Plaatsing van de standaard of standaard poli
geleider
De volgende installatieprocedure verwijst naar figuur
2, bladzijde 3:
a. Ter hoogte van een van de buitenste ankerpunten
(teken 1), worden de kabels van de levenslijn
(teken 2) ingevoerd in de klem (teken 3) van de
geleider. Laat de geleider over de kabels glijden,
voorbij het anti-ontsnappingsslot (teken 4).
b. Kijk de automatische terugslag van het anti-
ontsnappingsslot (teken 4) na, evenals het glijden
van de geleider over de kabels zonder obstructie
(teken 2).
Geleider geplaatst op de levenslijn.
1. Eindanker
2. Kabel
3. Klem
4. Anti-ontsnappingsslot
Plaatsing van de standaard of standaard poli
geleider
De volgende installatieprocedure verwijst naar figuur
3, bladzijde 4:
a. Druk op de ontgrendelingsknop (teken 5).
b. Houd de ontgrendelingsknop (teken 5) ingedrukt,
en hef gelijktijdig het slot op (teken 6).
c. Open de klemmen (teken 3) en plaats ze op de
kabels van de levenslijn (teken 2).
d. Sluit de klemmen opnieuw (teken 3) en kijk de
automatische terugslag van het slot (teken 6) en
de ontgrendelingsknop (teken 5) na en controleer
of de kabels (teken 2) goed in de klemmen
geplaatst zijn. Controleer of het glijden van de
geleider op de kabels zonder obstructies verloopt.
Geleider geplaatst op de levenslijn.
2. Kabel
3. Klem
5. Vergrendelknop
6. Slot
«OPMERKING»:
26
worden uitgevoerd, zonder
De verstelbare
verstelbaar poli geleider kan eveneens op dezelfde
manier op de levenslijn geplaatst worden als de
standaard of standaard poli geleider.
Plaatsing van de rollsafe
De volgende installatieprocedure verwijst naar figuur
4, bladzijde 5:
a. Ter hoogte van een van de buitenste ankerpunten
(teken 1), worden de kabels van de levenslijn
(teken 2) ingevoerd tussen de wieltjes (teken 7)
en de behuizing (teken 8) van de geleider. Laat
de geleider over de kabels glijden, voorbij het anti-
ontsnappingsslot (teken 4).
b. Kijk de automatische terugslag van het anti-
ontsnappingsslot (teken 4) na, evenals het glijden
van de geleider over de kabels zonder obstructies
(teken 2).
Geleider geplaatst op de levenslijn.
1. Eindanker
2. Kabel
4. Anti-ontsnappingsslot
7. Wieltje
8. Geheel
«BELANGRIJK»: De rollsafe kan enkel gebruikt
worden op levenslijnen
onderzijde.
«OPMERKING»: De rollsafe kan enkel
gebruikt worden op levenslijnen die niet gekromd zijn.
3.3. Plaatsen van de connector op draad
EN 362 op de geleiders
De procedure die volgt heeft betrekking op afbeelding
1, pagina 2:
a. Open de connector (teken 9) door op het slot te
drukken (teken 10) en de veiligheidspal (teken 11)
te kantelen.
b. Maak de connector vast aan de verankeringsring
van de geleider (teken 12).
c. Laat de veiligheidspal (teken 11) van de connector
zich terugplaatsen en vergrendel vervolgens het
slot.
Connector geplaatst op de geleider.
9. Connector
10. Slot
11. Veiligheidspal
12. Verankeringsring
of
geïnstalleerd aan de