Herunterladen Diese Seite drucken

Climbing Technology SKC EVO Handbuch Seite 28

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 14
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie. Zorg dat u beide zorgvuldig gelezen en begrepen hebt alvorens
het apparaat in gebruik te nemen. Opgelet! Dit blad bevat slechts de specifieke
instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES SKC EVO / SKC EVO LINE.
Deze nota bevat de benodigde informatie voor het correcte gebruik van de vol-
gende product(en): SKC EVO LIJN rigide of flexibele ankerlijn.
1) TOEPASSINGSGEBIED (Fig. 1).
Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM) tegen het vallen van een
hoogte en voldoet aan verordening (EU) 2016/425. EN 353-1:2014+A1:2017
- Geleide valstopper inclusief een rigide ankerlijn. EN 353-2:2002 - Geleide
valstopper inclusief een flexibele ankerlijn. Opgelet! Het Skc Evo apparaat is
getest en goedgekeurd als onderdeel van het Skc Evo Line systeem. Opgelet! Om
het systeem Skc Evo Line te installeren, mogen alleen de componenten worden
gebruikt zoals getoond in paragraaf 3. Opgelet! Voor dit product moeten de
instructies van EN 365 (algemene instructies/paragraaf 2.5) in acht worden ge-
nomen. Opgelet! Voor dit product is een grondige periodieke inspectie verplicht
(algemene instructies/paragraaf 8).
2) AANGEMELDE INSTANTIES. Zie de legenda in de algemene instructies (pa-
ragraaf 9/tabel D): M2; N1.
3) NOMENCLATUUR (Fig. 1). SKC EVO LINE systeemcomponenten: A) Valsto-
papparaat. B) Kabel van gegalvaniseerd staal Ø 8 mm 7x19 (6x19 + stalen
centrale kern) C) Roestvrij stalen kabel AISI 316 Ø 8 mm 7x19 (6x19 + stalen
centrale kern). D) Roestvrij stalen kabelkous. E) Roestvrij staal, ovaalvorm Ø 8 mm
snelschakel. F) Roestvrij stalen draadkabelgreep. G) Roestvrij stalen spanner. H)
Roestvrij stalen ankerhaak voor centrale installatie op de ladder. H) Roestvrij stalen
ankerhaak voor laterale installatie op de ladder. L) Roestvrij stalen kabelgeleider
voor centrale montage op de ladder. H) Roestvrij stalen kabelgeleider voor late-
rale montage op de ladder. N) Identificatie-display. Opgelet! Verifieer de compo-
nentnamen, codes en materialen in tabel 1. Skc Evo apparaatcomponenten (Fig.
3): A) Lichaam. B) Veiligheidshevel C) Vergrendelingsnok. D) Haspel. E) Eenrich-
tings mobiel lichaamssysteem. F) Karabijnhaak voor weefselbandverbinding. G)
Weefselband met energie-opnemer. H) Terminal connector.
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5).
4.1 - Algemeen (Fig. 2). Valstopapparaat:1; 4; 6; 7; 8; 9; 11; 12; 19; 30)
Waarschuwing die aangeeft dat het apparaat alleen als onderdeel van het Skc
Evo Line systeem kan worden gebruikt; 31) Waarschuwing over het feit dat de
kabel moet voldoen aan de vereisten van de valstopper; 32) Waarschuwing die
aangeeft dat het apparaat en de ankerlijn ontworpen zijn voor het gebruik door
een enkele gebruiker met een gewicht tussen 50 kg (exclusief uitrusting) en 140
kg (inclusief uitrusting); 33) Waarschuwing die aangeeft dat de energie-opnemer
alleen kan worden gebruikt als onderdeel van Skc Evo apparatuur. Identifica-
tie-display. 3; 4; 6; 34) Gedeelte om de identificatie van het apparaat in te
vullen; 35) Alleen gebruiken met SKC EVO apparatuur; 36) Lees de instructies van
de fabrikant; 37) Draag een harnas met EN 361 borstbevestigingspunt; 38) Ge-
bruiksrichting en valspelingsafstand; 39) Maximaal aantal gebruikers; 40) Datum
van installatie en aantal; 41) Periodieke inspectie; 42) Installeerder.
4.2 - Traceerbaarheid (Fig. 2). Valstopapparaat:T1; T2; T3; T8. Kabel: T2; T8.
5) CONTROLES.
Naast onderstaande controles moet voldaan worden aan de beschrijving van
de algemene instructies (paragraaf 3). Verifieer alvorens elk gebruik dat: de red-
dingslijn intact is en in goede conditie; de zomen geen scheuren vertonen in de
beginsectie van de opnemer vanwege het stoppen van een val; het beschermen-
de omhulsel geplaatst is en de inspectie van het weefselband eronder mogelijk
maakt; de karabijnhaak die in het gat van de vergrendelingsnok is gestoken, vrij
kan draaien zonder externe belemmeringen; het mobiele lichaam van het eenrich-
tingssysteem vrij kan bewegen (zie paragraaf 8.2). Opgelet! Gebruik nooit de
rigide ankerlijn of de valstopper voor het uitvoeren van reddingsmanoeuvres. In dit
geval moet een aanvullend geschikt systeem worden gebruikt.
Tijdens elk gebruik: verifieer altijd dat de kabel correct in het apparaat is ge-
plaatst; kijk of kabels ijs hebben of vuil zijn, want dit kan de correcte werking van
de vergrendelingsnok op de kabel belemmeren.
6) WAARSCHUWINGEN. Alle hoogtewerkzaamheden vereisen het gebruik van
Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM's) tegen het risico van vallen. Alvorens
de werkplaats te evalueren, moeten alle risicofactoren worden overwogen (milieu,
bijkomstigheden, gevolgen).
6.1 - Verankeringspunten. Voor de installatie van een rigide ankerlijn (EN 353-1)
of een flexibele ankerlijn (EN 353-2), dient u alleen ankerhaken en/of ankerpun-
ten te gebruiken in overeenstemming met de norm EN 795 (minimale weerstand
12 kN of 18 kN voor niet-metalen ankers) en te controleren dat er geen scherpe
randen zijn. Opgelet! De gebruiker moet zich altijd lager dan het ankerpunt
bevinden.
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
7) SKC EVO LINE GEBRUIKSINSTRUCTIES. Het Skc Evo Line systeem bestaat uit
een serie componenten die in elkaar kunnen worden gemonteerd om een flexibele
of rigide reddingslijn voor de centrale (Fig. 7.1) of (Fig. 7.2) zijwaartse installatie
op ladders te bouwen. Opgelet! Zorg dat de ladder geschikt is voor de installatie
van een permanente reddingslijn. Opgelet! Na de montage van de reddingslijn,
is het verplicht om de conformiteit van het hele systeem te controleren.
7.1 - Rigide reddingslijn EN 353-1 waarschuwingen. Installeer de rigide red-
dingslijn op de ladder met behulp van uitsluitend de aangewezen componenten.
Opgelet! De maximale hellingshoek van de Skc Evo Line reddingslijn is 15° en
deze moet gespannen zijn volgens 1 kN (Fig. 7.1). Opgelet! Let vooral op de
richting van de reddingslijn: deze moet overeenkomen met de getoonde richting
(Fig. 7.1). Opgelet! Valstopapparaten omvatten een roestvrij stalen rigide anker-
lijn die niet in hoog-corrosieve omgevingen (zoals boven een zwembad) mogen
worden geïnstalleerd, omdat tekenen van spanningsscheuren dan niet zichtbaar
zijn. De installatie kan echter worden uitgevoerd in het geval controlemaatregels
worden genomen of de compatibiliteit werd vastgesteld. Opgelet! Controleer
vóór de installatie dat de lijn compatibel is met de omgeving eromheen, vooral in
het geval van specifiek agressieve atmosferen.
7.2 - Rigide reddingslijn EN 353-1 laterale installatie op een ladder. 1) Boor
twee gaten Ø 13 mm in het onderste centrale gedeelte van de ladderboom.
De afstand tussen de gaten moet 100 mm zijn. 2) Boor twee gaten met Ø 13
mm in het bovenste centrale gedeelte van de ladderboom. De afstand tussen de
gaten moet 100 mm zijn. 3) Installeer de ankerhaak (mod. S-ladderkit) in de twee
bovenste gaten op de ladderboom met behulp van de tegenplaat en beide bijge-
leverde moeren en bouten (Ø 12 x 100). Draai ze aan met behulp van een moer-
sleutel nr.19. 4) Plaats de snelkoppeling (mod. Q-Link S-staal 08) in het gat van de
haak en verbind vervolgens de roestvrij stalen (mod. SS kabel) or gegalvaniseerde
stalen (mod. GS kabel) kabellus. 5) Draai de maillon rapide sluitschroef aan met
behulp van een moersleutel no. 13. 6) Leg de roestvrij stalen kabel naar beneden
totdat u het onderste einde van de ladder bereikt hebt. 7) Plaats de ankerhaak
(mod. S-ladderkit) in de twee onderste gaten op de ladderboom met behulp van
de tegenplaat en beide bijgeleverde moeren en bouten (Ø 12 x 100). Draai ze
aan met behulp van een moersleutel nr.19. 8) Plaats het ene uiteinde van de span-
ner (mod. spanner) dichtbij de ankerhaak. Plaats de spannerpen door hem op de
juiste wijze door het gat van de ankerhaak te halen; vergrendel deze vervolgens
met behulp van de speciale veiligheidsring. Stel de spanner op de maximale rek
door aan het centrale lichaam ervan te draaien. 9) Plaats de kabelkous (mod.
Redance) in het bovenste uiteinde van de spanner, laat de kabel door en buig
hem om. 10) Plaats de 4 draadkabelgrepen (mod. U-bout) op een afstand van
ongeveer 10 cm van de andere en draai de moeren aan met een moersleutel
nr. 10. 11) Draai, eerst met de hand, aan het centrale lichaam van de spanner
zodat de kabel voorgespannen staat. Draai vervolgens het centrale lichaam van
de spanner vast aan met behulp van een moersleutel, 16 of 17 mm. 12) Schroef
de twee borgmoeren aan tegen het centrale lichaam van de spanner en draai ze
vast aan met behulp van een moersleutel, 17 mm. 13) Indien nodig, bereid en-
kele drijfankerhaken voor (mod. S-geleiding) met een afstand van maximaal 8 m
vanaf elkaar en/of van de ankerpunten. De geleidebeugel plaatst u door op de
juiste afstand van het midden twee gaten met een diameter van 13 mm te boren
en de twee bouten (Ø 12) die bij de apparaten worden geleverd te gebruiken.
Draai de bouten vast aan met behulp van een moersleutel, 19 mm. Opgelet! Volg
de waarden voor de draaimomenten getoond in de tabel (Fig. 7.3).
7.3 - Rigide reddingslijn EN 353-1 centrale installatie op ladder. 1) Plaats de
ankerhaak (mod. C-ladderkit) op de twee spijlen van het bovenste gedeelte van
de ladder. Bevestig de twee tegenplaten met behulp van vier bouten (Ø 12 x 90)
en schroef ze aan met een moersleutel nr.19. 2) Ga verder zoals beschreven in
punten 4 tot 6 van paragraaf 7.2. 3) Plaats de andere ankerhaak (mod. C-lad-
derkit) op de twee spijlen van het bovenste gedeelte van de ladder. Bevestig de
twee tegenplaten met behulp van vier bouten (Ø 12 x 90) en schroef ze aan
met een moersleutel nr.19. 4) Ga verder zoals beschreven in punten 8 tot 12
van paragraaf 7.2. 5) Indien nodig, bereid enkele drijfankerhaken voor (mod.
S-geleiding) met een afstand van maximaal 8 m vanaf elkaar en/of van de anker-
punten. Plaats de geleidebeugel met behulp van de speciale U-bouten en schroef
de moeren aan met een moersleutel, 8 mm. Opgelet! Volg de waarden voor de
draaimomenten getoond in de tabel (Fig. 7.3).
7.4 - Installatie van een flexibele ankerlijn EN 353-2 (Fig. 7.2). Installeer de flexi-
bele reddingslijn zoals getoond. Om de prestatie van de valstopper te verbeteren,
moet het onderste uiteinde van de flexibele lijn altijd worden vastgezet met behulp
van een gewicht (5 kg).
8) SKC EVO GEBRUIKSINSTRUCTIES.
Het Skc Evo mag alleen worden gebruikt in combinatie met een Skc Evo Line
reddingslijn.
8.1 - Verbinding met de ankerlijn. Druk op de veiligheidshevel (Fig. 4.2) en
terwijl u hem zo ver als nodig naar beneden duwt, draait u aan de vergrende-
lingsnok totdat hij volledig openstaat (Fig. 4.3 - 4.4). Plaats het apparaat op
de kabel waarbij u zorgt dat dit in in de correcte richting is (Fig. 4.4), en laat
vervolgens de vergrendelingsnok en de veiligheidshevel los om te voorkomen dat
de kabel er niet uit komt (Fig. 4.5). Om het apparaat van de kabel af te nemen,
IST22-SKEVOCT_rev.2 05-21
28/53

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

4f716k4f724