Xylem LOWARA e-LNEEE Serie Handbuch Seite 62

nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
4 Installatie
4.1 Mechanische installatie
4.1.1 Installatieplaats
Raadpleeg ook de "Snelle startgids" en "Aanvullende
handleiding voor installatie, bediening en onderhoud"
van de pompen e-LNEE, e-LNES, e-LNTE en e-LNTS.
GEVAAR: Gevaar voor potentieel
explosieve atmosfeer
De bediening van het apparaat in
omgevingen met potentieel explosieve
atmosferen of met brandbare stoffen (bijv.
houtstof, bloem, suikers en granen) is strikt
verboden.
WAARSCHUWING:
• Draag altijd persoonlijke
beschermingsuitrusting
• Gebruik altijd de geschikte werktuigen
• Neem wanneer u een installatieplaats kiest
en de unit aansluit op de hydraulische
toevoer en elektrische voeding, de huidige
voorschriften strikt in acht.
• Controleer of de beschermingsgraad van
het apparaat (IP 55, type 1) geschikt is
voor de installatieomgeving.
VOORZICHTIG:
• Invoerbescherming: zorg ervoor dat het
apparaat correct gesloten is om de
beschermingsindex van IP55 (type 1) te
verzekeren.
• Controleer of er geen vloeistof in het
apparaat is, voordat u het deksel van de
aansluitkast opent
• Zorg ervoor dat alle ongebruikte
kabelwartels en kabeldoorvoeren correct
verzegeld zijn
• Zorg ervoor dat het plastic deksel correct
gesloten is
• Plaats altijd het deksel op de aansluitkast:
risico op schade door verontreiniging.
4.1.2 Installatie van het apparaat
• Zie de instructies in de Snelle Startgids (code
001080130)
• Plaats het apparaat zoals er getoond wordt op
afbeelding 4
• Installeer het apparaat naargelang de
vloeistofstroming van het systeem.
• De pijltjes op het pomplichaam geven de stroom- en
de rotatierichting aan
• In het geval van werking met druksensoren, moeten
deze zijn gemonteerd in plaats van de pluggen op
de zuig- en persflens.
• Monteer altijd een terugslagklep aan de perszijde.
• Monteer de druksensor altijd aan de perszijde, na
de terugslagklep.
62
4.1.3 Installatie buiten
Als u het apparaat buiten installeert, zorg ervoor dat
het goed afgedekt is (zie voorbeeld op afbeelding 5).
De grootte van de afdekking moet zodanig zijn dat de
motor niet blootgesteld is aan sneeuw, regen of
rechtstreeks zonlicht; volg de richtlijnen van tabel 3.
4.2 Elektrische installatie
GEVAAR: Elektrisch gevaar
De aansluiting op elektrische voeding moet
uitgevoerd worden door een elektricien die
beschikt over de technische en professionele
vereisten die beschreven staan in de huidige
voorschriften.
4.2.1 Elektrische vereisten
De lokale richtlijnen hebben voorrang op de
onderstaande specifieke vereisten.
Checklist elektrische aansluiting
Controleer of aan de volgende vereisten wordt
voldaan:
• De elektrische leidingen zijn beschermd tegen hoge
temperaturen, trillingen en stoten.
• De stroom en spanning van de
hoofdstroomvoorziening moeten overeenstemmen
met de specificaties op de typeplaat van de eenheid
• De voedingskabel is voorzien van:
- Een netscheidingsschakelaar met een
contactopening van minstens 3 mm.
• Foutstroomschakelaars (GFCI) of
reststroomschakelaars (RCD), ook bekend als
automatische aardlekschakelaars (ELCD); voldoen
aan het volgende:
- Voor uitvoeringen met monofasevoeding,
gebruik GFCI's (RCD's) die in staat zijn
om wisselstromen (AC) en pulserende
stromen met DC-componenten te
detecteren. Deze GFCI's (RCD's) zijn
gemarkeerd met het volgende symbool
- Voor uitvoeringen met driefase voeding,
gebruik GFCI's (RCD's) die in staat zijn
om AC- en DC-stromen te detecteren.
Deze GFCI's (RCD's) zijn gemarkeerd met
de volgende symbolen
- Gebruik GFCI's (RCD's) met een
startvertraging, om problemen door
tijdelijke aardstromen te vermijden.
- De maat van de GFCI's (RCD's) moet
overeenstemmen met de
systeemconfiguratie en de
omgevingsomstandigheden.
OPMERKING:
Bedenk dat bij de keuze van een
automatische aardlekschakelaar of een
foutstroomschakelaar de totale
aardlekstroom van alle elektrische apparaten