Controle Van De Werking; Voorbereiding Op De Controle Van De Werking; Controle Van De Werking Van De Pompeenheid - Stryker FLUID SAFE Handbuch

Controle van de werking

GEVAAR
NL
LET OP
LET OP
Plaatsen van de slangset in de
pompeenheid
Starten van het apparaat
32
7 Controle van de werking
Controleer vóór het begin van elke operatie de werking van het apparaat.
Steriliseer herbruikbare instrumenten en slangen vóór de ingreep om infecties te
voorkomen. Controleer wegwerpartikelen voor u ze uit de verpakking neemt of
deze niet beschadigd zijn en of de uiterste gebruiksdatum niet is overschreden.
Gebruik voor uw eigen veiligheid en voor die van uw patiënt uitsluitend
originele accessoires.
7.1

Voorbereiding op de controle van de werking

1. Sluit de equipotentiaalkabel aan op de pompeenheid en controleer of deze
vrij door de opening van de steunplaat is geleid en stevig aan de klem onder
de steunplaat is bevestigd.
2. Sluit het netsnoer aan op het apparaat en controleer of deze vrij hangt en
geen contact maakt met het weegsysteem.
3. Controleer de aansluiting van de datakabels tussen pompeenheid en
displayeenheid.
4. Controleer of er zich op de pompeenheid geen voorwerpen bevinden.
5. Controleer of de vloeistofzakken voldoen aan de genoemde eisen (zie
Hoofdstuk 2.1 Gevaren, pagina 3, Hoofdstuk 3.1 Apparaatspecifieke gevaren,
pagina 6) en goed zijn opgehangen.
6. Sluit de Outflow-slang aan op de hysteroscoop, de schort en het
opvangsysteem (container).
7. Controleer of de containers zijn aangesloten en vrij in de houder hangen.
8. Controleer of de wielen van het rolwiel soepel lopen.
(Zie 5.6 Vooraf instellen van de streefdruk, pagina 24)
1. Schuif de drukloze drukkamer met de neus naar voren in de pompkop, totdat deze
hoorbaar vastklikt. De drukkamer ligt dan strak tegen de pompkop aan. Let erop
dat de membramen niet worden beschadigd.
2. Leg de rolslang (1) om het rolwiel.
3. Span de slang totdat de slangbevestiging (2) stevig in de pompkop vastklikt.
4. Steek de prikdoorn in de vloeistofzak.
5. Controleer of alle slangverbindingen vrij van mechanische spanningen zijn en
vrij hangen.
6. Controle van de gebruikersmenu's (Usermenu's)
7. Controleer de instellingen van het gebruikersmenu P01...P05 (zie Hoofdstuk
5.13 Oproepen/instellen van het gebruikersmenu, pagina 28).
1. Schakel de pompeenheid in met de AAN/UIT-toets.
2. Sluit de hysteroscoop aan.
3. Druk op de Start/Stop-toets. De LED-Start/Stop brandt. Het rolwiel begint te
draaien. Wacht tot het slangsysteem en het instrument volledig met vloeistof
zijn gevuld.
4. Druk op de Start/Stop-toets. Het rolwiel stopt. De LED-Start/Stop gaat uit.
7.2

Controle van de werking van de pompeenheid

1. Kies op de pomp de volgende waarden:
• streefdruk: 150 mm Hg.
• streefflow: 500 ml/min (maximumwaarde).
2. Druk op de Start/Stop-toets.
3. Sluit de toevoerkraan (Inflow-kraan) aan op het instrument. Nadat het
rolwiel tot stilstand is gekomen, moet op het drukdisplay 150 ±2 mm Hg