Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Apparaatspecifieke Gevaren - Stryker FLUID SAFE Handbuch

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für FLUID SAFE:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Gebruiksdoel
GEVAAR
NL
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
GEVAAR
6
3.1

Apparaatspecifieke gevaren

De hoeveelheid in en uit de patiënt stromende spoelvloeistof moet streng
worden bewaakt. Bij gebruik van een spoelvloeistof met een geringe viscositeit
bestaat vanaf een hoeveelheid van 2 liter voor de patiënte het verhoogde risico
van een gevaarlijke embolie. De ingreep mag alleen onder verhoogd toezicht
worden voortgezet. Bij gebruik van een spoelvloeistof met hoge viscositeit (bijv.
Hyskon) bestaat al vanaf een hoeveelheid van 500 ml een verhoogd
emboliegevaar. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van Hyskon voor nadere
informatie für weitere Informationen.
Om een passende intrauteriene uitzetting mogelijk te maken en om de krachten
te verminderen die vloeistof, omgevingslucht en/of gas in het circuit zouden
kunnen uitoefenen, moet de intrauteriene druk zo laag mogelijk worden
gehouden.
Intrauteriene distensie kan meestal bij drukwaarden tussen 35 en 70 mm Hg
worden bereikt. Een druk boven 75-80 mm Hg is, behalve in enkele
uitzonderingsgevallen, alleen bij een excessieve bloeddruk nodig.
Volgens het gebruiksdoel mag de pomp zonder balanceringssysteem uitsluitend
voor diagnostische doeleinden worden gebruikt. Volg daarvoor de instructies in
het aparte handboek voor de pompeenheid op.
Fluidoverload (hypotone hyperhydratatie)
Via de uterus kan spoelvloeistof in de bloedsomloop of het weefsel van de
patiënte terechtkomen. Dit kan vooral bij hoge druk, lange OK-duur of
perforatie van het cavum uteri voorkomen. De daardoor ontstane storing van de
elektrolythuishouding kan leiden tot het TUR-syndroom. Voor het in acht nemen
en overwegen van de genoemde factoren is de arts verantwoordelijk.
De arts beslist over het al of niet gebruiken van de instrumentenherkenning.
Wordt de instrumentenherkenning niet uitgevoerd of wordt tijdens het gebruik
de STOP-toets ingedrukt, dan wordt de spoeldruk weergegeven. Tijdens de
operatie is het niet mogelijk de status van de instrumentenherkenning op het
apparaat af te lezen of op te roepen.
De instrumentenherkenning mag alleen buiten de patiënte en op een
werkhoogte van +/- 10 cm van de uterushoogte (operatiehoogte) worden
uitgevoerd.
Volg
de
instructies
en
instrumentenherkenning precies op, omdat anders foutieve werkelijke waarden
worden weergegeven.
Wordt het instrument tijdens de operatie gewisseld, dan moet apparaat door
het indrukken van de Start/Stop-toets worden stopgezet.
volgorde
voor
het
uitvoeren
van
de

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis