Loopparameters Instellen - Ottobock 7E10 Helix3D Gebrauchsanweisung

INFORMATIE
De vrije zwaaifase (FSW) en de zwaaifasedemping (SW) beïnvloeden elkaar bij het afstellen. Als gevolg hiervan
kan het nodig zijn de vrije zwaaifase te corrigeren.

3.6.2 Loopparameters instellen

VOORZICHTIG
Valgevaar bij het proeflopen. Uit veiligheidsoverwegingen moet u de prothesedrager de eerste stappen altijd
laten zetten tussen de parallelle barren (loopbrug), omdat hij anders kan vallen!
VOORZICHTIG
Valgevaar door ongecontroleerd inbuigen van het kniescharnier. De in het Helix
greerde trekveren buigen het heupscharnier na het opstaan en het heffen van de prothese. Dit kan tot gevolg
hebben dat het kniescharnier bij het weer neerzetten van het prothesebeen ongecontroleerd inbuigt. Wijs de
prothesedrager op deze eigenschappen van het heupscharnier!
INFORMATIE
Bij gebruik van de C­Leg: Lees voordat u de loopparameters van het Helix
ook de gebruiksaanwijzing van het C­Leg kniescharnier: 647H215 en de gebruiksaanwijzing van de C­Soft:
647G268.
Bij gebruik van de Genium: Lees voordat u de loopparameters van het Helix
tijd ook de gebruiksaanwijzing van het Genium kniescharnier: 647G573 en het hierin beschreven gebruik van
de X­Soft.
Controleer eerst de standaardinstellingen zoals beschreven in hoofdstuk 3.6.1 Ga bij het instellen als volgt te werk:
2 3
1
Helix
1
Vergroot de vrije zwaaifase (staplengte) stap voor stap tot de staplengte aan
de prothesezijde ongeveer gelijk is aan die aan de andere zijde. De inge­
stelde staplengte mag niet langer zijn dan de staplengte van het gezonde
been.
2
Verminder de in de fabriek ingestelde sterke zwaaifasedemping zo dat de
buigbeweging duidelijk merkbaar wordt gedempt maar nog wel comfortabel
aanvoelt. Daardoor is het mogelijk het been stabiel neer te zetten.
Belangrijk: omdat de beide instelparameters elkaars werking beïnvloeden,
kan het nodig zijn de vrije zwaaifase te corrigeren. Stel nu de C­Leg® in.
3
Let op!
Bij versterking van de zwaaifasedemping is het mogelijk dat het knieschar­
nier in de standfase wordt gebogen. Bij een te sterke standfasedemping
kan de buiging van het scharnier hierdoor oncontroleerbaar worden.
Versterk de standfasedemping stap voor stap en geef uw patiënt de gele­
genheid aan deze demping te wennen. Neem de tijd voor het aanpassen
van de standfasedemping. Bij een optimale instelling van de demping zakt
de prothesedrager in de standfase langzaam in het Helix
nier en wordt kort voor het inzetten van de zwaaifase de maximale
strekking van het heupscharnier bereikt.
heupscharnier geïnte­
3D
heupscharnier gaat instellen altijd
3D
heupscharnier gaat instellen al­
3D
heupschar-
3D
Ottobock | 159