Afstelmogelijkheden - Ottobock 7E10 Helix3D Gebrauchsanweisung

3.3 Afstelmogelijkheden

Om het Helix heupscharnier aan de bekkenkorf te bevestigen en het heupscharnier proximaal af te stellen, moet
3D
u de kap aan de bovenkant van het scharnier verwijderen (afb. 1).
INFORMATIE
Gebruik voor het bevestigen van het Helix
meegeleverde onderdelen!
INFORMATIE
Gebruik voor het bevestigen van de 7E10 aan de bekkenkorf niet de van het heupscharnier 7E7 bekende ko­
gelschijven onder de 501F9=* platkopschroeven (Torx).
Ga bij het afstellen als volgt te werk:
Proximale afstelling heupscharnier
Abductie/adductie
1. Abductie resp. adductie (afb. 2): draai voor het instellen de onderste en de bovenste bout los en draai het
scharnier om de onderste bout. Aanhaalmoment: 25 Nm met Torx Bit TX40 (zie ook blz. 153).
2. Rotatie (afb. 3): draai voor het instellen van de endoratie en de exorotatie de onderste, middelste en bovenste
bout los. Teken eerst de abductie/adductie af met een stift. Aanhaalmoment van de middelste bout: 2 Nm.
Gebruik een inbussleutel 709S10=2.5 (zie ook blz. 153).
3. Distale afstelling van het heupscharnier (afb. 4/5): de onderste piramideadapter maakt een kanteling van het
kniescharnier naar ML en AP mogelijk. Daardoor kunt u het kniescharnier op de juiste manier in de prothese
inbouwen.
Helix
1
heupscharnier aan de ingietplaat uitsluitend de met het scharnier
3D
Rotatie
2
Distale afstelling heupscharnier
Kanteling AP
3
Kanteling ML
4
Ottobock | 153
5