Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Aansluiting Stroomvoorziening Pomp En Mengkraan (Netspanningszijde); Aansluitschema's Met Installatievoorbeelden - Buderus EMS plus SM200 Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

3
Installatie
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
2
• 100 m met 0,50 mm
geleiderdiameter
2
• 300 m met 1,50 mm
geleiderdiameter
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: installeer alle laagspan-
ningskabels van netspanning geleidende kabels afzonderlijk
(minimale afstand 100 mm).
▶ Voer bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaï-
sche installaties) de kabel afgeschermd uit (bijvoorbeeld LiYCY) en
aard de afscherming eenzijdig. Sluit de afscherming niet aan op de
aansluitklem voor de randaarde in de module, maar op de huisaarde,
bijvoorbeeld vrije randaardeklem of waterleiding.
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende geleiderdiame-
ters:
2
• Tot 20 m met 0,75 mm
tot 1,50 mm
• 20 m tot 100 m met 1,50 mm
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en conform de
aansluitschema's.
Benamingen van de aansluitklemmen
(laagspanningszijde ≤ 24 V)  vanaf afbeelding 20 aan het eind
van het document
1)
BUS
BUS-systeem EMS plus
2)
IS1...2
Aansluiting
voor warmtehoeveelheidsmeter
(Input Solar)
3)
OS1...2
Aansluiting
Toerentalregeling pomp met
PWM of 0-10 V (Output Solar)
TS1...8
Aansluiting temperatuursensor (Temperature sensor
Solar)
1) In BC10, MC10, MC40, UBA3.x en UBA4.x is de aansluitklem voor het BUS-
systeem met EMS gemarkeerd.
2) Klemmenbezetting:
1 – massa (debietmeter en temperatuursensor)
2 – debiet (debietmeter)
3 – temperatuur (temperatuursensor)
4 – 5 VDC (stroomvoorziening voor vortexsensoren)
3) Klemmenbezetting (klemmen 1 en 2 ompoolveilig):
1 – Massa
2 – PWM/0-10V uitgang (output)
3 – PWM-ingang (input, optioneel)
Tabel 5
3.2.2
Aansluiting stroomvoorziening pomp en mengkraan
(netspanningszijde)
De bezetting van de elektrische aansluitingen is afhankelijk van de geïn-
stalleerde installatie. De beschrijving die aan het eind van het document
in afbeelding 8 tot 15 wordt getoond, is een voorstel voor de werkwijze
van de elektrische aansluiting. De handelingsstappen zijn deels niet
zwart weergegeven. Daarmee kan gemakkelijker worden herkend, welke
handelingsstappen bij elkaar horen.
▶ Gebruik alleen elektriciteitskabels van dezelfde kwaliteit.
▶ Let erop dat de fasen van de netaansluiting correct worden geïnstal-
leerd.
Netaansluiting via een stekker met randaarde is niet toegestaan.
▶ Sluit op de uitgangen alleen bestanddelen en bouwgroepen aan con-
form deze handleiding. Sluit geen extra besturingen aan, die andere
installatiedelen aansturen.
28
2
geleiderdiameter
2
geleiderdiameter
Het maximale opgenomen vermogen van de aangesloten bestanddelen
en bouwgroepen mag niet hoger worden dan het maximaal vermogen zo-
als gespecificeerd in de technische gegevens van de module.
▶ Wanneer de netspanning niet via de elektronica van de warmteprodu-
cent verloopt, moet bouwzijdig voor de onderbreking van de net-
spanning over alle polen een genormeerde scheidingsinrichting
(conform EN 60335-1) worden geïnstalleerd.
▶ Voer de kabels door de tulen, sluit ze conform de aansluitschema's
aan en borg ze met de trekontlastingen die in de leveringsomvang in-
begrepen zijn ( afb. 8 t/m 15 aan het eind van het document).
Benamingen van de aansluitklemmen (netspanningszijde)
 vanaf afbeelding 20 aan het eind van het document
120/230 V AC Aansluiting netspanning
PS1...5
Aansluiting pomp (Pump Solar)
VS1...2
Aansluiting 3-wegklep of 3-wegmengventiel
(Valve Solar)
Tabel 6
3.2.3

Aansluitschema's met installatievoorbeelden

De hydraulische weergaven zijn slechts schematisch en zijn een vrijblij-
vend voorbeeld voor een mogelijke hydraulische schakeling. De veilig-
heidsvoorzieningen moeten conform de geldende normen en lokale
voorschriften worden uitgevoerd. Zie voor meer informatie en mogelijk-
heden de planningsdocumenten of het bestek.
Solarinstallaties
Op het einde van het document zijn de benodigde aansluitingen op
SM200, evt. op SM100 en de bijbehorende hydraulische schema's van
deze voorbeelden weergegeven.
De toekenning van het aansluitschema aan de solarinstallatie kan met de
volgende vragen worden vergemakkelijkt:
• Welk solarsysteem
is aanwezig?
• Welke functies
(zwart weergegeven) zijn aanwezig?
• Zijn extra functies
aanwezig? Met de extra functies (grijs weerge-
geven) kan de tot nu toe geselecteerde solarinstallatie worden uitge-
breid.
Een voorbeeld van de configuratie van een solarinstallatie is als onder-
deel van de inbedrijfstelling in deze handleiding opgenomen.
Beschrijving van de solarsystemen en functies vindt u verder vooraan in
dit document.
SM200 – 6720879922 (2017/11)

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis