B. Braun Introcan Safety Bedienungsanleitung Seite 50

Markeer aderlijnen altijd duidelijk om onjuiste injec-
tie te vermijden. Controleer op voldoende collaterale
circulatie voorafgaand aan de arteriële punctie.
Omdat ze los kunnen gaan mogen Luer Slip-connec-
toren niet onbewaakt blijven. Als er bloed aanwezig
is, spoelt u het instrument door volgens de protocol-
len van uw organisatie, Probeer het veiligheidsschild
niet buiten werking te stellen of te omzeilen.
Controleer voor het gebruik met powerinjectoren of
een veilige verbinding aanwezig is tussen de kathe-
ter en de powerinjector.
Neem voorzorgsmaatregelen om het knikken of ver-
stopt raken van het kathetersysteem tijdens powe-
rinjectie te voorkomen.
Voor het gebruik met een powerinjector moet de
doorgankelijkheid van de katheter worden gecon-
troleerd.
Alleen gebruiken als de verpakking niet beschadigd
is.
Richtlijnen
• Dit instrument is uitsluitend bedoeld voor een-
malig gebruik en wordt steriel en niet-pyrogeen
geleverd.
• Dit instrument is steriel, tenzij de verpakking is
geopend of beschadigd.
• De onderdelen bevatten geen natuurlijk rubber
latex, PVC of DEHP.
Toepassing
OPMERKING:
Voorafgaand aan het inbrengen mag de katheter
niet worden gedraaid.
1. Prik na desinfectie van de punctieplaats en het
verwijderen van het beschermende omhulsel in
een geschikte bloedbaan. Als de venapunctie ge-
slaagd is, is direct bloed zichtbaar in de doorzich-
tige flashbackkamer (zie afbeelding A).
2. Breng de hele unit van katheter en naald enigs-
zins omlaag en naar voren zodat zeker is dat de
punt van de katheter zich in het bloedvat bevindt.
( zie afbeelding B).
3. Met de afschuifplaat schuift u de katheter naar
- 50 -
7948_Introcan Safety_EU_AP_SA_IFU_1217.indd 50
voren van de naald af (ongeveer 1/8" of 3 mm)
en controleert u dat het bloed terugkeert tussen
de naald en katheter om te bevestigen dat de ka-
theter in het bloedvat zit (zie afbeelding C). Na
bevestiging, gaat u verder met het inbrengen van
de katheter van de naald af en in het bloedvat.
4. Maak de tourniquet los.
5. Druk voor het verwijderen van de stalen naald
de bloedbaan samen distaal van de katheterpunt
om bloedverspilling te voorkomen. Stabiliseer te-
gelijkertijd de katheterhub om loskomen van de
katheter tijdens het verwijderen van de naald te
voorkomen. Trek de naald recht terug met een
gecontroleerde en vloeiende beweging (beperk
draaien van de naald tot het minimum). Het
metalen veiligheidsschild hecht zich automatisch
aan de punt van de naald als de naald uit de ka-
theterhub komt (zie afbeelding D).
6. Werp de naald direct in de container voor scherpe
voorwerpen.
7. Maak verbinding met de infusielijn en bedek de
punctieplaats met steriel verband (zie afbeelding
E). Verwijder indien van toepassing de ontluchte
flashplug voor een glucosetest.
8. Indien gebruikt voor het plaatsen van een instru-
ment voor vasculaire toegang, moet u de aanwij-
zingen van de fabrikant volgen voor het gebruik
van het specifieke geplaatste instrument.
14.12.17 11