Sulky Xeos TF Originalbetriebsanleitung Seite 8

AANDRIJVING
(aftakassen en cardanassen)
1 - Uitsluitend de cardanassen gebruiken die
bij de machine werden geleverd of worden
voorgeschreven door de fabrikant.
2 - De beschermingen van de aftakas en de
cardanas moeten altijd gemonteerd zijn en in goede
staat zijn.
3 - Zorg ervoor dat de buizen van de cardanassen
altijd beschermd zijn, zowel in werk- als in
transportpositie.
4 - Voor een cardanas wordt gemonteerd of
gedemonteerd, de aftakas ontkoppelen, de motor
uitzetten en de sleutel uit het contact halen.
5 - Indien de primaire cardanas is voorzien van
een slipkoppeling of vrijloopkoppeling moet deze
gemonteerd zijn op de aftakas van de machine.
6 - Let er altijd op dat de cardanassen goed
gemonteerd en geborgd zijn.
7 - Let er altijd op dat de bescherming van de
cardanas onbeweeglijk is geborgd bij het draaien,
met behulp van de daarvoor bestemde kettinkjes.
8 - Voordat de aftakas wordt ingeschakeld, zich
ervan verzekeren dat de gekozen snelheid en
draairichting in overeenstemming zijn met de
instructies van de fabrikant.
9 - Voordat de aftakas wordt ingeschakeld, zich
ervan verzekeren dat zich geen mensen of dieren in
nabijheid van de machine bevinden.
10 - Schakel de aftakas uit wanneer de hoek die de
cardanas maakt groter dreigt te worden dan door
de fabrikant wordt voorgeschreven.
11 - Waarschuwing! Na uitschakeling van de
aftakas, kunnen de bewegende onderdelen nog
even blijven draaien. Blijf uit de buurt tot ze volledig
tot stilstand zijn gekomen.
12 - Bij het afkoppelen van de machine, zorgen dat
de cardanassen in de daarvoor bestemde steunen
liggen.
13 - Na het ontkoppelen van de cardanas van de
aftakas van de tractor, moet de beschermdop weer
op de aftakas worden geplaatst.
14 - Beschadigde beschermers van de aftakas
en de cardanassen moeten onmiddellijk worden
vervangen.
HYDRAULISCH CIRCUIT
1 - Waarschuwing! Het hydraulisch circuit staat
onder druk.
2 - Bij het monteren van cilinders of hydraulische
motors, er goed op letten dat de circuits zijn
aangesloten in overeenstemming met de
voorschriften van de fabrikant.
3 - Voordat een slang op het hydraulische circuit van
de tractor wordt aangesloten, zich ervan verzekeren
dat de circuits van de tractor en van de machine niet
onder druk staan.
4 - De gebruiker van de machine wordt ten sterkste
aanbevolen om te letten op de merktekens op
de hydraulische koppelingen tussen tractor en
machine, om vergissingen bij het aansluiten te
voorkomen. Waarschuwing! Er bestaat een risico
van verwisseling van functies (bijvoorbeeld:
omhoog/omlaag).
5 - De hydraulische slangen eens per jaar
controleren op:
. Beschadigingen aan de buitenkant
. Poreusheid van de buitenkant
. Vervorming, met of zonder druk
. Staat van de koppelingen en afdichtingen
De maximale gebruiksduur van slangen is 6 jaar.
Wanneer ze vervangen worden, erop letten dat
alleen slangen worden gebruikt waarvan de
kwaliteit en karakteristieken overeenstemmen met
de voorschriften van de fabrikant.
6 - Wanneer lekkage wordt gevonden, moeten alle
nodige voorzorgsmaatregelen worden getroffen om
ongelukken te voorkomen.
7 - Elke vloeistof onder druk, vooral de olie van
het hydraulisch circuit, kan de huid perforeren
en ernstige verwondingen veroorzaken! In geval
van verwonding, een arts raadplegen! Er bestaat
infectiegevaar!.
8 - Voor alle werkzaamheden aan het hydraulisch
circuit, de machine laten zakken, zorgen dat er geen
druk staat op het hydraulisch systeem, de motor
uitzetten en de sleutel uit het contact halen.
ONDERHOUD
1 - Voordat wordt begonnen met onderhoud,
service of reparatie, of voor men gaat zoeken naar
de oorzaak van een storing of fout, is het beslist
noodzakelijk dat de aftakas is ontkoppeld, dat de
motor is uitgezet en de sleutel uit het contact is
verwijderd.
2 - Controleer regelmatig of de schroeven en
moeren goed zijn aangedraaid. Indien nodig, beter
aandraaien!
3 - Voor men onderhoudswerkzaamheden verricht
aan een machine in opgeheven stand, deze eerst op
een adequate manier ondersteunen.
4 - Bij het vervangen van een werkend onderdeel
(schoep voor de strooimachines of kouter voor de
zaaimachines), beschermende handschoenen en
geschikt gereedschap gebruiken.
5 - In verband met bescherming van het milieu,
is het verboden om olie, vet en filters van welk
type ook weg te gooien. Geef ze aan bedrijven die
gespecialiseerd zijn in de recycling ervan.
6 - Voor men met werkzaamheden begint aan het
elektrische circuit, moet de elektrische aansluiting
worden verbroken.
7 - Beschermende onderdelen die onderhevig
kunnen zijn aan slijtage, moeten regelmatig worden
gecontroleerd. Als ze beschadigd zijn, moeten ze
onmiddellijk worden vervangen.
8 - De reserve-onderdelen moeten voldoen aan de
normen en voorschriften van de fabrikant. Gebruik
enkel onderdelen van de fabrikant.
9 - Als er laswerkzaamheden aan de tractor of aan
de machine moeten worden verricht, moeten de
kabels van de dynamo en de accu losgekoppeld
worden.
10 - Reparatie van onderdelen onder spanning of
druk (veren, drukaccumulators etc.) moeten worden
uitgevoerd door gespecialiseerde monteurs en met
speciaal gereedschap.
BESCHERMING VAN DE GEBRUIKER
1 – Loop niet op de kappen of op andere plaatsen
van de machine, met uitzondering van de zones
(ladders, platform, toegangsmiddelen tot het
werkstation of regelunit)
2 – Controleer, alvorens werkzaamheden aan de
machine uit te voeren, of deze niet per ongeluk in
werking gesteld kan worden.
3 – Het is aan te raden om binnen handbereik een
EHBO-doos te hebben.
4 – Vermijd ieder contact van de huid,
de ogen en de mond met producten
als smeermiddelen, oplosmiddelen,
antivriesmiddelen, reinigingsproducten en
gewasbeschermingsmiddelen.
5 – Neem in geval van een incident onmiddellijk
contact op met een arts.
6 – Volg de op de veiligheidsetiketten van de
houders van de gebruikte producten vermelde
aanwijzingen strikt op.
7 – Hydraulische vloeistof onder druk die ontsnapt,
kan voldoende kracht hebben om in de huid te
dringen en ernstig letsel te veroorzaken. In een
dergelijk geval moet u onmiddellijk een arts
raadplegen.
8 – Tijdens het laden, afstellen, gebruiken,
onderhouden en wassen van de machine moet
de gebruiker persoonlijke beschermingsmiddelen
dragen die geschikt zijn voor de met de
machine gebruikte producten. De gebruiker
moet beschermd worden door middel van
een overall, veiligheidshandschoenen, een
veiligheidsbril, veiligheidsschoenen en een
masker. Deze beschermingsmiddelen moeten een
beschermingsniveau bieden dat geschikt is voor de
met de machine gebruikte producten, zie hiervoor
de veiligheidsvoorschriften van de gebruikte
producten.
MILIEUBESCHERMING
1 – Zorg dat er geen afgewerkte vetten en stoffen als
olie, smeervet of productresten na gebruik over de
grond weglopen of in de riolering geloosd worden.
2 – Het is verboden om banden op te slaan, achter
te laten of te deponeren in een natuurlijke omgeving
of deze te verbranden. Breng ze naar een verdeler of
een erkend inzamelpunt.
3 – Werk wanneer de weersomstandigheden gunstig
zijn voor een maximale werkzaamheid van het
gewasbeschermingsmiddel, om de impact van dit
product op het milieu zo klein mogelijk te houden.
NL