Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Pomp Laten Zakken; Installatiediepte; In Bedrijf Nemen; Opstarten - Grundfos SP Serie Montage- Und Betriebsanleitung

Unterwasserpumpen
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für SP Serie:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 19
Als er flensbuizen worden gebruikt, dienen de kabelbevestigin-
gen boven en onder ieder flensverbindingsstuk te worden vast-
gemaakt.

6.7 Pomp laten zakken

Controleer het boorgat met behulp van een binnenpasser, zodat u
zeker bent dat de doorgang niet is geblokkeerd.
Laat de pomp voorzichtig in het boorgat zakken. Pas op dat u
hierbij de motorkabel en de onderwatekabel niet beschadigt.
Laat de pomp niet zakken aan de motorkabel;
Voorzichtig
dit geldt uiteraard ook voor het ophijsen.

6.8 Installatiediepte

Het dynamische waterpeil dient zich altijd boven het zuigverbin-
dingsstuk van de pomp te bevinden (zie paragraaf 4.2 Installatie
van de pomp en afb. 22).
De minimum inlaatdruk hangt samen met de NPSH waarde van
de desbetreffende pomp.
Hierbij dient 1 m veiligheidsmarge in acht te worden genomen.
Installeer de pomp bij voorkeur zodanig dat het motorgedeelte
zich boven doorlaatopeningen van de bronwand bevindt, zodat
een optimale koeling wordt gewaarborgd, zie paragraaf
4.4 Vloeistoftemperatuur/koeling.
Sluit het boorgat af met een speciale afdichting nadat de pomp op
de vereiste diepte is geïnstalleerd.
Vier de beveiligingskabel zodanig dat de kabel niet meer belast
wordt en bevestig de kabel aan de boorgatafdichting met behulp
van kabelwartels.
Houd bij het bepalen van de installatiediepte van
pompen die zijn aangesloten op kunststofleidin-
N.B.
gen, rekening met het feit dat dit soort buizen uit-
zet wanneer ze worden belast.

7. In bedrijf nemen

7.1 Opstarten

Vergewis u ervan dat de pomp op de juiste wijze is aangesloten
en in de te pompen vloeistof is geïnstalleerd. Start de pomp ter-
wijl de persafsluiter tot ca. 1/3 van het maximale watervolume is
gesloten.
Controleer de draairichting zoals omschreven in paragraaf
5.7.1 Controleren van de draairichting.
Wanneer zich in het water vuildeeltjes bevinden, dient de afsluiter
langzaam te worden geopend naarmate het water schoner wordt.
Stop de pomp pas wanneer het water volkomen schoon is,
anders kunnen de pomponderdelen en de terugslagklep verstopt
raken.
Let erop dat de pomp onder water blijft terwijl deze inbedrijf is en
de waterspiegel daalt.
Het dynamische waterpeil dient zich altijd boven het zuigverbin-
dingsstuk van de pomp te bevinden (zie paragraaf 4.2 Installatie
van de pomp en afb. 22).
112
L3
L2
L1
Afb. 22 Vergelijking van diverse waterniveaus
L1: Minimale installatiediepte onder het dynamische waterpeil.
Min. 1 meter wordt aanbevolen.
L2: Diepte t.o.v. dynamisch waterpeil.
L3: Diepte t.o.v. statisch waterpeil.
L4: Daling. Dit is het verschil tussen het dynamische en het
statische waterpeil.
L5: Installatiediepte.
Als de pomp meer kan verpompen dan de bron oplevert, is het
raadzaam de pomp te voorzien van de Grundfos-bewakings-
monitor MP 204 of een ander type droogloopbeveiliging.
Als er geen waterpeilelektroden of niveauschakelaars zijn geïn-
stalleerd, mag het waterpeil zakken tot het zuigverbindingsstuk
van de pomp. Nadat dit punt is bereikt, zuigt de pomp lucht in.
Door langdurig bedrijf in luchtrijk water kan de
pomp beschadigd raken, terwijl tevens onvol-
Voorzichtig
doende koeling van de motor het gevolg kan zijn.

7.2 Bedrijf

7.2.1 Minimale capaciteit
Stel een pomp nooit zo laag in dat niet kan worden voldaan aan
de in paragraaf 4.4 Vloeistoftemperatuur/koeling gespecificeerde
koelingseisen. U kunt er dan namelijk niet zeker van zijn dat de
motor voldoende wordt gekoeld.
7.2.2 Aantal malen starten en stoppen
Motortype
Aantal malen starten
Minimaal 1 maal per jaar.
MS 402
Maximaal 100 maal per uur.
Maximaal 300 maal per dag.
Minimaal 1 maal per jaar.
MS 4000
Maximaal 100 maal per uur.
Maximaal 300 maal per dag.
Minimaal 1 maal per jaar.
MS6
Maximaal 30 maal per uur.
Maximaal 300 maal per dag.
Minimaal 1 maal per jaar.
MS 6000
Maximaal 30 maal per uur.
Maximaal 300 maal per dag.
Minimaal 1 maal per jaar.
MMS 6000
Maximaal 15 maal per uur.
Maximaal 360 maal per dag.
Minimaal 1 maal per jaar.
MMS 8000
Maximaal 10 maal per uur.
Maximaal 240 maal per dag.
Minimaal 1 maal per jaar.
MMS 10000
Maximaal 8 maal per uur.
Maximaal 190 maal per dag.
Minimaal 1 maal per jaar.
MMS 12000
Maximaal 5 maal per uur.
Maximaal 120 maal per dag.
Minimaal 1 maal per jaar.
Franklin
Maximaal 100 maal per dag.
L4
L5

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis