Aanwijzing:
Houd er rekening mee dat het product na gebruik op-
nieuw zal oliën en dat er olie kan lekken als het product
zijwaarts of ondersteboven wordt bewaard. Dit is een nor-
maal proces, veroorzaakt door de noodzakelijke ventila-
tieopening aan de bovenrand van de tank, en is geen re-
den tot reclamatie. Aangezien dit product tijdens de pro-
ductie met olie wordt gecontroleerd en getest, kan er on-
danks het legen een klein restje in de tank achterblijven,
dat tijdens het transport van de behuizing gemakkelijk
met olie besmeurd kan raken. Maak de behuizing schoon
met een doek.
Voordat u de zaagketting verwisselt, moet de groef van
het geleideblad van vuil worden ontdaan, omdat de zaag-
ketting uit het zaagblad kan springen als er vuilafzetting
aanwezig is. De afzettingen kunnen ook de ketting-
zaagolie opzuigen. Het gevolg zou zijn dat de ketting-
zaagolie de onderkant van de rail niet of slechts in gerin-
ge mate bereikt en smering wordt verhinderd.
8.2
Zaagketting (11) spannen (afb. 2)
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door wegspringende zaag-
ketting!
Een onvoldoende gespannen zaagketting kan tijdens
het gebruik losraken en letsel veroorzaken.
–
Controleer regelmatig de spanning van de zaagket-
ting.
–
De zaagkettingspanning is te laag als de aan-
drijfschakels uit de groef aan de onderkant van het
geleideblad komen.
–
Versterk de zaagketting goed als de zaagket-
tingspanning te laag is.
1. Het product is uitgerust met een snelspansysteem
voor de zaagketting. De zaagketting wordt automa-
tisch gespannen door de veerspanner die op het pro-
duct is gemonteerd. De draaiende zaagketting wordt
over de groef op het kettingzwaard geleid.
De kettingspanning en kettingsmering hebben een aan-
zienlijke invloed op de levensduur van de zaagketting.
De zaagketting is correct gespannen als deze niet door-
hangt op het kettingzwaard en helemaal rond kan worden
getrokken met de gehandschoende hand. Wanneer u met
9 N (ca. 1 kg) trekkracht aan de zaagketting trekt, mogen
de zaagketting en het kettingzwaard niet meer dan 2 mm
uit elkaar liggen.
Aanwijzing:
• Een nieuwe zaagketting heeft de neiging om na mon-
tage een tijdje los te komen. Controleer daarom van
tijd tot tijd de spanning van de zaagketting voor ge-
bruik.
• Het spannen van de zaagketting moet gebeuren op
een schone plaats, vrij van zaagsel en dergelijke.
• Het correct spannen van de zaagketting is voor de
veiligheid van de gebruiker en vermindert of voorkomt
slijtage en schade aan de ketting.
• Wij raden de gebruiker aan om de kettingspanning te
controleren voordat hij voor de eerste keer aan het
werk gaat. De zaagketting is correct gespannen als
deze niet doorhangt aan de onderzijde van het
zwaard en helemaal rond kan worden getrokken met
de gehandschoende hand.
• Als de zaagketting doorhangt of de veerspanner de-
fect is, neem dan contact op met een gespecialiseer-
de werkplaats.
LET OP
Tijdens het werken met de zaag warmt de zaagketting
op en wordt daardoor iets langer. Dit "opnieuw verlen-
gen" is vooral te verwachten bij nieuwe zaagkettingen.
8.3
Kettingzaagolie bijvullen (afb. 6)
LET OP
Productbeschadiging!
Als het product zonder olie, met te weinig olie of met af-
gewerkte olie wordt gebruikt, kan dit leiden tot schade
aan het product.
–
Vullen met olie vóór ingebruikname. Het product
wordt zonder olie geleverd.
–
Gebruik geen afgewerkte olie!
–
Controleer het oliepeil elke keer dat u de accu ver-
vangt.
LET OP
Milieuschade!
Uitgelopen olie kan het milieu ernstig verontreinigen. De
vloeistof is zeer giftig en kan snel tot waterverontreini-
ging leiden.
–
Olie alleen op een vlakke, verharde ondergrond vul-
len/aftappen.
–
Gebruik een vulpijp of trechter.
–
Vang afgetapte olie in een geschikte container op.
–
Veeg gemorste olie direct zorgvuldig weg en verwij-
der de doek conform de lokale voorschriften.
–
Verwijder olie conform de lokale voorschriften.
De kettingspanning en kettingsmering hebben een aan-
zienlijke invloed op de levensduur van de zaagketting.
De zaagketting wordt automatisch gesmeerd tijdens het
gebruik van het product. Om de zaagketting goed te sme-
ren, moet er altijd voldoende kettingzaagolie in de olie-
tank zijn. Controleer regelmatig de resterende hoeveel-
heid olie in het oliereservoir.
Aanwijzing:
• Gebruik kettingzaagolie, die additieven bevat om wrij-
ving en slijtage te verminderen of biologische ketting-
zaagolie.
• Gebruik biologische kettingzaagolie bij het kappen
van bomen. Minerale olie kan bomen beschadigen.
• Voordat u het product inschakelt, moet u ervoor zorgen
dat de olietankdop op zijn plaats zit en gesloten is.
1. Plaats het product op een vlak, recht oppervlak.
2. Open de olietank (17). Schroef hiervoor de olie-
tankdop (17) linksom los.
www.scheppach.com
NL | 73