met een A als ze alleen gebruikt kunnen worden, of
gemarkeerd met A/2 als ze in combinatie met een
ander A/2-punt gebruikt worden. Voldoet aan EN 361.
"Zelfintrekkend valstopapparaat": valstopapparaat
met automatische vergrendeling en een zelfspannend
en intreksysteem voor de intrekbare vanglijn. Voldoet
aan EN 360.
"Valstopsysteem": samenstel bestaande uit de
volgende onderdelen:
– Valstopharnas
– Zelfintrekkend valstopapparaat of schokdemper of
mobiel valstopapparaat op starre zekeringssteun
of
mobiel
valstopapparaat
zekeringssteun.
– Verankering
– Verbindingselement.
"Reddingshijsapparaat":
subsamenstel van reddingsuitrusting waarmee een
bediener met behulp van een hulpverlener kan worden
opgelierd. Voldoet aan EN 1496.
2.2. Pictogrammen
GEVAAR: geplaatst aan het begin van de regel,
verwijst naar instructies om persoonlijk letsel, inclusief
de dood, ernstig of licht letsel, en schade aan het milieu
te voorkomen.
BELANGRIJK: geplaatst aan het begin van een
paragraaf, geeft instructies aan die bedoeld zijn om
uitval of schade aan apparatuur te voorkomen, maar
die het leven of de gezondheid van de bediener of die
van anderen niet direct in gevaar brengen en/of het
onwaarschijnlijk is dat deze schade aan het milieu
veroorzaken.
OPMERKING: geplaatst aan het begin van de
regel, geeft instructies aan die bedoeld zijn om de
effectiviteit of het nut van de installatie, het gebruik of
het onderhoud te garanderen.
3. Bedrijfsomstandigheden
• Controleer of de rubberen pads onder de voeten
van de Tracpode PRO zijn aangebracht. Deze pads
zorgen voor contact met de grond en hun grip houdt
de Tracpode Pro veilig als deze zonder riem wordt
gebruikt. Als de pads versleten, gescheurd of los
zijn of als het geringste defect zichtbaar is, mag de
Tracpode PRO niet worden gebruikt.
• Controleer visueel de staat van de riem, het stiksel
en de draden: ze mogen geen tekenen van slijtage,
rafels, brand of snedes vertonen.
• Controleer de voeten en pootbuizen: deze mogen niet
vervormd, gecorrodeerd of gebarsten zijn. Controleer
op
flexibele
een
onderdeel
of
alle pennen en vergrendelknoppen: deze mogen niet
vervormd of gecorrodeerd zijn.
• Controleer of elke poot gemakkelijk beweegt op het
scharnierpunt: de Tracpode PRO-poten moeten
gemakkelijk te openen zijn en de vergrendelknoppen
moeten automatisch vergrendelen.
• Controleer de staat van de bijbehorende Tracpode
PRO-componenten
(harnassen,
katrollen, enz.).
• Controleer het volledige valstopsysteem.
• Controleer alle pootbeugels die bij de Tracpode PRO
worden gebruikt: ze mogen niet vervormd, gescheurd
of gecorrodeerd zijn.
Als u twijfelt, verwijder het product dan onmiddellijk uit
de circulatie.
BELANGRIJK: Alle drie de telescopische voeten
van de Tracpode PRO moeten worden afgesteld om
stabiliteit te garanderen.
4. Functies en beschrijving
B – Kop
C1 – Ankerpunt voor valstop
C2 – Ankerpunt voor het hijsen van lasten
D – Borgpen
E – Pad
G – Vergrendelknop
H1 – Poot
H2 – Poot voor beugel
I – Pen
J – Voet
K – Bevestigingsriem
De Tracpode PRO voldoet aan de eisen van de normen
EN 795-B:2012 en TS 16415:2013. Deze apparatuur
mag worden gebruikt door maximaal twee bedieners
met een gewicht van 150 kg, beschermd door een
valstopsysteem.
• Temperatuurbereik: -40 °C tot 60 °C
• De Tracpode PRO kan worden gebruikt om toegang
te verschaffen tot besloten ruimtes zoals een put,
opslagsilo, riool, enz.
• Statische belastingssterkte van de Tracpode PRO:
15 kN.
• Gemaakt van aluminium en is lichtgewicht (11,9 kg)
met een opgevouwen lengte van minder dan 1,2 m
voor gemakkelijk transport.
De stabiliteit en hoogte van de Tracpode PRO kan
worden aangepast met behulp van drie pootposities.
BELANGRIJK: De Tracpode PRO-kop heeft twee
specifieke ankerpunten die alleen mogen worden
gebruikt voor PBM's en niet voor lasthijsapparatuur en
een ander specifiek ankerpunt dat alleen mag worden
gebruikt voor het hijsen van lasten en niet voor PBM,
zoals aangegeven door de markering die bij het punt
hoort (afbeelding 6).
connectoren,
NL
41